Schrijver: Stephen Fry
Uitg. Thomas Rap
Jaar van publicatie: 2004
Oorspronkelijke titel: The hippopotamus (Hutchinson, Londen, 1994)
Vertaling: Hermien L. Robroch
Zo'n honderd bladzijden lang had ik het gevoel, dat ik dit boek niet uit ging lezen: er werden teveel woorden gebruikt om te weinig te zeggen, voor mijn gevoel.
De hoofdpersoon, Edward Wallace, is dichter geweest en daarna theater-recensent. Ook al spoedig: geweest. Hij wordt ontslagen, omdat hij steeds cynischer en kritischer wordt, teveel drank gebruikt en zich op alle gebieden onfatsoenlijk gedraagt.
Dan stelt zijn peetdochter Jane hem voor, een bezoek te brengen aan zijn peetzoon David. Met hem is iets geheimzinnigs aan de hand en Edward moet dat maar gaan oplossen, nu hij toch niets beters te doen heeft. Rust en stromen gratis drank trekken Edward genoeg om af te reizen naar het landhuis van zijn vrienden Anne en Michael. Daar analyseert hij op vakkundige wijze de 'gave' van zijn peetzoon.
Heel geestig hier en daar, ironisch en cynisch op andere plaatsen. Verwarrend soms. Het lezen waard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten