zondag 30 augustus 2009

Boek 42: Het boek Benjamin



Schrijfster: Herbjørg Wassmo
Uitg. De Geus
Jaar van publicatie: 2000
Oorspronkelijke titel: Lykkens sønn
(Uitg. Gyldendal, Oslo, 1992)
Vertaling: Paula Stevens
Omslagillustratie: Edvard Munch

In dit tweede deel van de Dina-trilogie zien we Benjamin, de zoon van Dina, opgroeien. Op zijn elfde jaar ziet hij, hoe zijn moeder haar geliefde doodschiet. Zo leeft hij met dezelfde traumatische gevoelens, die ook zijn moeder had. Beiden voelden zich min of meer schuldig aan de dood van een naaste. Beiden hebben moeite daarmee te leven. Voor Benjamin komt daar het verlies van zijn moeder nog bij. Want Dina vertrekt en laat niets meer van zich horen. Hij blijft achter op Reinsnes, de boerderij van de familie, met de mannen, die allemaal een beetje vader voor hem zijn. De dode Jacob, zijn officiële vader, Anders, zijn stiefvader en de knecht Thomas.
Benjamin gaat naar Kopenhagen om daar geneeskunde te gaan studeren. Als student maakt hij kennis met de liefde, maar steeds is het Dina naar wie hij op zoek is.
Als Dina dan uiteindelijk naar Kopenhagen komt, verloopt de ontmoeting weer niet zoals Benjamin graag gewild had. Hij vertrekt met zijn dochtertje Karna van een paar maanden oud, terug naar Reinsnes in Noorwegen. De moeder van Karna is bij de bevalling overleden. Ook hierover voelt Benjamin zich schuldig.

Het boek was weer een plezier om te lezen, maar toch vond ik dit deel wat minder dan het eerste. Dat kwam vooral door de ellenlange theologische en filosofische discussies en verhandelingen die erin voorkomen. Vooral de stukken over de filosoof Kierkegaard gingen me wat boven de pet. Het was moeilijk om daar de aandacht bij het boek te houden.
Maar daarnaast waren er briljante stukken, waarin beschreven wordt, hoe gebeurtenissen uit het verleden het gedrag van mensen bepaalt, vooral het (on)vermogen om echt kontakt met anderen te maken, of om anderen echt te kennen en te begrijpen. En dat veroorzaakt weer gebeurtenissen, die van invloed zijn op toekomstig gedrag...

Nu op naar deel drie, dus: over Benjamin's dochter Karna.

zaterdag 22 augustus 2009

Boek 41: Les Jeux de l'amour de de la mort


Auteur: Fred Vargas (pseudoniem van Frédérique Audouin-Vozo)
Uitg. Le Masque 1997
orspronkelijke uitgave:uitg. Librairie des Champs-Elysées 1986
De schrijfster ontving voor deze debuutroman de Prix Cognac in 1986.
Zo nu en dan vind ik, dat ik een boek in een andere vreemde taal moet lezen dan Engels. Dat voelt zo langzamerhand niet meer als een vreemde taal en er is keus genoeg. Maar Frans en Duits is andere koek: in de eerste plaats is de keus aan boeken in die talen in onze bibliotheek niet bijzonder groot en als je dan wat hebt uitgekozen, blijkt de taal te moeilijk of het verhaal niet boeiend genoeg. Ik begon voor dit boek dus al in een ander Frans en in een Duits boek, beide werden weggelegd omdat ik er niet doorkwam.
Dit boek nam ook nog wel wat tijd om te lezen (het had ook altijd nog 188 dichtbedrukte bladzijden), maar gaandeweg kwam ik in het verhaal en toen las het lekker weg.
Het verhaal: De kunstschilder Tom heeft grote bewondering voor de in Parijs wonende Amerikaanse schilder Gaylor. Hij wil hem graag zijn eigen schilderijen laten zien en weet binnen te komen op een door Gaylor gegeven feest. Foto's van zijn schilderijen heeft hij bij zich in de binnenzak. Maar hij durft de schilder toch niet rechtstreeks aan te spreken. Hij besluit de foto's ergens neer te leggen, met een briefje erbij. In het kantoor wil hij de envelop op het bureau leggen, maar vindt daar een lijk: de man met wie hij binnengekomen was, is vermoord door messteken.
Tom is de verdachte. Meer moorden volgen.
Op zich een vrij eenvoudig speurdersthema. Maar ondanks de problemen die ik had met de Franse taal genoot ik van de humor waarmee het verhaal verteld werd. Bovendien nam het verhaal steeds een andere wending, wanneer je dat niet meer verwachtte.
Erg leuk om te lezen. Ik zal eens kijken of ik iets van haar volgende boeken kan vinden, misschien nu in het Nederlands.

donderdag 20 augustus 2009

Boek 40: Waar wij ooit liepen


Schrijver: Kjell Westö
Uitgeverij De Geus
Jaar van verschijning: 2008
Vertaling: Clementine Luijten
Oorspronkelijke titel: Där vi en gång gått
Motto: Roman over een stad en over onze wil boven het maaiveld uit te komen.
Voor we naar Finland gingen zocht ik naar boeken, die me wat meer over dit land konden vertellen. Die waren echter maar moeilijk (niet) te vinden. Nu lag dit boek in de bibliotheek, het was een uitgave van De Geus, waarvan ik de boeken bijna zonder na te denken meeneem, omdat ze bijna altijd de moeite waard zijn, dus dit boek ging mee naar huis.
Het is het verhaal van de stad Helsinki, maar omdat de schrijver een van de Zweedstalige Finnen is, gaat het over Helsingfors, de Zweedse naam voor dezelfde stad. Hiermee had ik gelijk een probleem bij het lezen van het boek: alle namen van steden zijn de Zweedse, voor ons bijna altijd onbekende namen. Dat zou nog overkomelijk zijn, maar ook de namen van de personen worden meestal in het Zweeds gegeven. Echter ook nu en dan in het Fins. Het duurde daarom vrij lang voor ik bij alle namen van alle personen wist, over wie het ging. En er komen nogal wat personen steeds terug in het boek, dat de jaren 1905-1938 beslaat.
Alles aan dit boek is veel. Veel personen, veel details. Van alle aardewerk wordt de naam of het merk gegeven, van iedere tramlijn welke letter die wel had, van iedere krant de hoofdredacteur, zijn woonplaats en politieke kleur. Niet bij te houden allemaal. En alles werd vaak herhaald. Het kostte me moeite om het uit te lezen: op deze manier zijn 572 bladzijden een hele opgave.
Dat moet ook zo geweest zijn voor de correctoren (spellingcontrole op de computer?) van De Geus. Niet eerder ben ik in een van hun boeken zoveel storende fouten tegengekomen. Verkeerd afgebroken woorden, een woord dat niet in de zin paste, spellingfouten. Jammer.
Natuurlijk heb ik veel geleerd over de geschiedenis van Helsinki. Andere dingen, dan de Zweedse gids, die ons rondleidde in de Finse hoofdstad en die toevallig ook uit de Zweedse gemeenschap afkomstig was, ons vertelde. Ieder heeft zo zijn eigen verhalen over de geschiedenis. Duidelijk is nog steeds, dat er veel 'oud zeer' is tussen de Zweedse en Finse gemeenschap. Dat was te merken aan de verhalen van de gids, zowel als aan dit boek.
Het boek vertelt de geschiedenis aan de hand van de levens van een paar jonge inwoners van de stad, uit verschillende (en dan ook wel heel verschillende: arm en rijk waren volledig gescheiden) milieus. Nadruk ligt in het boek op de rijke inwoners: alles was mogelijk: ondanks de drooglegging dronk iedereen (veel), cocaïnegebruik was bijna normaal, vakantiehuizen in Frankrijk ook, over een of meer vakantiehuizen in Finland zelf werd nauwelijks nagedacht: dat hoorde gewoon zo.
Deze groep heeft nauwelijks weet, van wat er om hen heen gebeurt in de armere wijken. Daar moeten de mensen vechten om in leven te blijven. Dat lukt dan ook nog vaak niet: tbc eist zijn tol. Uit dit milieu omhoogkomen lijkt bijna een onmogelijke opgave. Alleen als je heel goed kunt voetballen wil dat soms een beetje lukken. Maar of je daar dan gelukkig van wordt?
In de beschreven periode komen diverse oorlogen en opstanden voor. In 1917 werd Finland een zelfstandige staat en dat ging niet zonder problemen. De eerste wereldoorlog ging niet ongemerkt voorbij en in 1938 was de opkomst van het fascisme en de crisistijd ook in Finland niet zonder gevolgen. Het boek staat vol wreedheden, vooral begaan door de heersende, rijke groepen. Afschuwelijk om te lezen.
En aan het eind van het boek gaan de hoofdpersonen alles nog eens overdenken en wordt alles nog weer een keer herhaald.
Vergeten zal ik het boek niet meteen, maar echt waarderen kon ik het zeker niet.

maandag 10 augustus 2009

Boek 39: Granny Dan


Schrijver: Danielle Steel
Uitgever: Dell Publishing
Jaar van publicatie: 2000 (Oorspronkelijke uitgave 1999)


  • Soms valt het op, dat je boeken uitkiest, die veel met elkaar gemeen hebben, zonder dat je dat bewust doet.
    Als ik het boek 'Granny Dan' vergelijk met het vorige boek 'Dina', dan zijn er diverse parallellen:

  • beide hoofdpersonen zijn sterke vrouwen. De een klein, elegant en Russisch (Danina), de ander groot, struis en Noors (Dina - zelfs de namen zijn bijna gelijk!)
  • beide hoofdpersonen hebben al jong hun moeder verloren. De moeder van Danina door ziekte, de moeder van Dina door een ongeval.
  • beide vaders vonden, dat ze niet zelf voor hun dochter konden zorgen. Danina gaat op 7-jarige leeftijd naar de balletschool in Leningrad, Dina moet gaan werken op een boerderij.
  • beide hoofdpersonen hebben een Russische minnaar, die hun aandacht trekt met de gedichten en boeken van Poesjkin.

Daarmee houdt de vergelijking wel zo'n beetje op. Granny Dan kon me niet blijven boeien. Het was een aardig boek voor in de trein, waar ik begon met lezen: makkelijk, luchtig en niet te zwaar van gewicht. Nog even verder de korte inhoud:

De kleindochter van Granny Dan heeft spijt, dat ze niet meer weet van het leven van haar grootmoeder voor die naar Vermont in de VS kwam. Aan de hand van brieven, die ze in de nalatenschap vond, reconstrueert ze het leven van haar grootmoeder in Rusland. Grootmoeder Dan(ina) was een beroemd en gedreven ballerina, die bevriend was met de familie van de tsaar. Na de revolutie gaat ze weg van haar geliefde balletschool, weg uit Leningrad en weg uit Rusland. Naar een land waar ze de taal niet van spreekt en waar ze niemand kent. Ze heeft nooit met haar kleindochter gesproken over haar Russische jaren.

Er staat veel lezenswaardigs in dit boek, over de Russische geschiedenis in de tijd van, en kort voor de revolutie. Ook het spartaanse leven van een ballerina wordt goed beschreven. Maar vaak waren passages te uitgebreid en er waren wat veel herhalingen naar mijn zin. Daarom mijn oordeel: een prettig tussendoortje.

Boek 38: Het boek Dina


Schrijver: Herbjørg Wassmo
Uitg. De Geus
Oorspronkelijke titel: Dinas Bok (1989)
Vertaling: Paula Stevens
Jaar van publicatie: 2003

Nog steeds lees ik boeken van Scandinavische auteurs of boeken over Scandinavië - het boeit me nog steeds.
In de vakantie las ik mijn eerste boek van Herbjørg Wassmo en vond het geweldig. (zie: De zevende ontmoeting) Een van mijn reisgenoten adviseerde me ook de trilogie over Dina te lezen. Dit is daarvan het eerste deel.

Ze had gelijk: ook dit boek was maar moeilijk weg te leggen. De schrijfstijl maakt het lezen tot een feest: mooie taal, heldere dialogen met korte, soms afgebeten zinnen, die zo nu een dan een bijna tastbare spanning weergeven.
Het land, waarmee wij dus kortgeleden ook vrij intensief kennismaakten, wordt heel duidelijk beschreven. De enorme afstanden, de ruimte, de kou in de winter, het altijd durende licht in de zomer. Het boek speelt zich af in het midden van de 19e eeuw.
Daar is Dina. Als meisje van vijf veroorzaakt zij haar moeders dood. Dit zal een stempel drukken op haar hele leven. Haar vader meent niet zelf thuis voor haar te kunnen zorgen en stuurt haar eerst naar een boerderij, waar weinig of niets aan haar opvoeding wordt gedaan, haalt haar dan weer naar huis en ze krijgt les van een huisleraar, die haar vooral muziek leert maken. Ze speelt cello en piano. Ook blijkt ze een grote feeling voor getallen te hebben.
Als Dina vijftien is, huwelijkt haar vader haar uit aan een van zijn vrienden, de eigenaar van een landgoed in het noorden van Noorwegen. Daar zal ze de scepter zwaaien. Niemand hoeft eraan te twijfelen wie op Reinsnes, het landgoed, de baas is.
Dina wordt weduwe, zet de zaken van haar echtgenoot voort. Ze is knap en groot, de mannen voelen zich vaak tot haar aangetrokken. Dina gebruikt ze. Ze trekt zich weinig aan van conventies: ze rijdt paard als een man, drinkt met de mannen mee en rookt ook sigaren mee met de heren.
Dan komt de rus Leo naar Reinsnes. Om hem heen hangt een waas van geheimzinnigheid.

De zoon van Dina, Benjamin, is onderwerp van deel twee van de trilogie. Ik heb nog een paar andere boeken liggen, die eerst gelezen moeten worden, maar eigenlijk zou ik in looppas naar de bibliotheek moeten rennen en het onmiddellijk lezen!

maandag 3 augustus 2009

Boek 37: Nineteen minutes




Schrijver: Jodi Picoult
Uitg. Hodder & Stoughton
Jaar van publicatie 2007

In het Amerikaanse stadje Sterling gebeurt nooit iets. Het is er rustig, iedereen kent iedereen en het is soms ook nogal bekrompen en benauwend.
Dan komt een van de leerlingen van de plaatselijke middelbare school deze school binnen met een hele verzameling wapens en baant zich schietend een weg door de school. Dit verandert de levens van iedereen in Sterling.
De dochter van de rechter die de zaak zal behandelen, is een van de getuigen. Maar haar vriendje is omgekomen en zelf herinnert ze zich niets meer. Of toch wel?
Natuurlijk heeft iedereen een oordeel klaar: wie de dader van deze schietpartij is, is voor niemand een raadsel. Maar langzamerhand wordt duidelijk, hoe het zover kon komen en er ontstaat zelfs iets van sympathie en in elk geval begrip voor de dader.

Ik aarzelde om dit boek mee te nemen van de bibliotheek. Ik kan berichten over dit soort schietpartijen al slecht in de kranten lezen en na alle jaren, die ik zelf op scholen in en voor de klas heb doorgebracht, komt zo'n verhaal erg dicht bij. Het wordt echter zo goed verteld, dat het boek maar moeilijk weg te leggen is. Het gepest en de wreedheden van de scholieren, het onvermogen van mensen om met elkaar te communiceren, de vooroordelen van de mensen, het anders zijn in een kleinsteedse omgeving, de complexe persoonlijke relaties, het wordt allemaal beschreven in een stijl, die maakt dat je blijft lezen.

Een boek, dat me nog lang zal bijblijven.