zondag 30 mei 2010

Boek 24: België Reisverhalen

Schrijver: Jeroen Brouwers e.a.
Jaar van publicatie: 2002
Uitg. Pandora Pockets (maakt deel uit van uitg. Contact)

Deze verhalenbundel stond al een tijd op de plank. Hij was ook al eens meegeweest als vakantieliteratuur, en, zoals dat gaat, weer ongelezen mee terug gekomen.
Na het lezen van het essay van Jeroen Brouwers (Sire, er zijn geen Belgen), dacht ik, dat het een goed idee zou zijn om in de Belgische sfeer te blijven en dit nu eens te gaan lezen.

Het is een verhalenbundel en het eerste verhaal was bovengenoemd essay van Brouwers. Dat schoot lekker op. Het volgende was ook van Brouwers, waarschijnlijk iets eerder geschreven, een stuk korter en met enkele passages die ook in het essay voorkwamen.
Volgende verhaal: Benno Barnard maakt 'Een ommetje in Pruisen', wat wil zeggen, dat hij rondreist door Duitstalig België. Helaas kon het me niet boeien. Hij vertelt afstandelijk, voelt zich nergens betrokken en het geheel is van een enorme saaiheid. Zou ik dit boek wel uitlezen?
In verhaal drie geven Leen Huet en Jan Grieten een opsomming van wat er in twee musea te zien is. Oninteressant en ongeïnspireerd.
Gelukkig werd het daarna beter: Vooral het verhaal over het Antwerps havengebied, het wel betrokken relaas over de Borinage en bovenal de columnachtige verhalen van Geert van Istendael maakten, dat ik de rest zo uitlas.
Goed, dat ik even volgehouden heb!

woensdag 26 mei 2010

Boek 23: Sire, er zijn geen Belgen

Schrijver: Jeroen Brouwers
Jaar van publicatie: 1988
Uitgave van de CPNB, als essay t.g.v. de boekenweek van 1988

Door alle berichten over politieke problemen in België een actueel boekje.
Brouwers beschrijft, waarom Vlamingen toch een andere taal spreken dan Noord-Nederlanders. Waarom Vlamingen vaak ook  niet zo dol zijn op Nederlanders en hun Nederlands. Of liever: waarom begrijpen Nederlanders en Vlamingen elkaar zo slecht?

Het is mogelijk, dat nu, in 2010, dat onbegrip iets minder is geworden: Nederlanders laten het wel uit hun hoofd om nog neer te kijken op de Nederlandstalige Belg: ze winnen immers alle taalspelletjes en dictees op de televisie. Toch een nuttig overzicht van de geschiedenis van België, in samenhang met hun gevoeligheden op taalgebied en ook op het gebied van de politiek.

Brouwers weet waarover hij schrijft: hij heeft twaalf jaar in Vlaanderen gewoond en heeft er veel over gepubliceerd. Hoewel niet alles in Vlaanderen met blijdschap werd begroet, hebben de Vlamingen in brouwers toch een pleitbezorger herkend en hij staat daar (volgens de achterflap van het boekje) te boek als een 'niet begrepen minnaar van Vlaanderen'. (Waarmee het verband met het vorige boek, dat ik deze week las, is gelegd)

Boek 22: Onbegrepen

Schrijver: Karin Slaughter
Jaar van publicatie: 2008
Geschenk t.g.v. De Maand van het spannende boek.
Oorspr. titel: Martin Misunderstood
Geproduceerd door De Bezige Bij voor de Stichting Propaganda van het Nederlandse Boek

Omdat Nederland het eerste land was buiten Amerika, waar Karin Slaughter succes had met haar thrillers, gaf ze een Nederlands tintje aan dit leuke boekje. De Inspecteur is van Nederlandse (Friese) afkomst.
Het is een spannend boek - dat hoort ook wel zo bij zo'n speciale uitgave. Maar het is meer een satire dan een thriller. Vooral de manier, waarop het werk van de hoofdpersoon, de 'loser' Martin wordt beschreven is een brok satire. Hij is al zijn hele leven gepest, door zijn school/klasgenoten, collega's, maar vooral door zijn moeder. Hij is gevlucht in het lezen van spannende boeken en weet dan ook alles van de werkwijze van politie, recherche, rechtbanken enz. Van vrouwen is hij bang, wat met zo'n moeder te begrijpen is, en ook zijn naaste collega, die hij nota bene zelf heeft 'aangesteld' - eigenlijk heeft ze zichzelf benoemd - is een geval apart. Ze heet Unique, dus doet haar naam eer aan.
Het bedrijf waar Martin werkt als hoofd boekhouding is Southern Toiletbenodigdheden. Er wordt een moord gepleegd met de spuitbus van het toilet.
Martin wordt verdacht.
Hij wordt verliefd op de Nederlandse rechercheur An. Ook zij is een onbegrepen persoon.
Grappig boekje voor tussendoor.

Boek 21: Moordkuil

Schrijver: Arnaldur Indridason
Jaar van  deze publicatie: 2008 (Oorspr. uitg. in Nederland:2004)
Vertaling uit het IJslands door Paula Vermeyden
Uitg. Signature, Utrecht
Oorspr. titel: Grafarpögn
Uitg. Edda, Media and Publishing, Reykjavik

Na Noorderveen wilde ik toch meer van deze schrijver lezen, en dit was het vervolg in de serie rond inspecteur Erlandur. Ook nu had ik weer moeite met alle IJslandse namen, die in het verhaal voorkomen en die me blijven afleiden. Ik kan ze gewoon niet uit elkaar houden. Het ging wel beter dan bij het eerste boek, maar toch.
Het zijn ook niet alleen namen van mensen, maar ook van plaatsen, straten, enz.

Op een bouwplaats bij Reykjavik wordt een lijk gevonden. (Op een redelijk lugubere manier: tijdens het verjaarsfeestje van haar broertje zit een babymeisje op een botje te knagen. Het blijkt van menselijke herkomst te zijn) Is hier wel een moord gepleegd? Was het een ongeluk? Wie woonde er ooit op die plek?
De medewerkers van Erlandur zijn niet steeds al te overtuigd van de antwoorden op deze vragen en ook niet van de noodzaak het te behandelen als moordzaak.
Intussen ligt de dochter van Erlandur in coma in het ziekenhuis. Hij voert lange gesprekken met zijn bewusteloze dochter, wardoor de lezer hem beter leert kennen en begrijpen.
Vrij komisch was de beschrijving van de werkwijze van de te hulp geroepen archeologen: ze werkten wel heel nauwkeurig. En dus langzaam. Moeilijk voor de politiemensen om hun geduld te bewaren.
Steeds meer feiten komen aan het licht. De levens van de familie, die ooit op die berg woonden, worden beschreven als flashback. De moord zie je aankomen. Toch is het eind nog redelijk verrassend.

Ondanks mijn problemen met het IJslands toch wel een boeiende thriller.

donderdag 20 mei 2010

Boek 20: Ontmoeting in Venetië

Schrijver: Rosita Steenbeek
Jaar van publicatie: 2000
Uitg. Ooievaar, Amsterdam

In het boekje staat, dat deze uitgave is aangeboden door de Samenwerkende uitgeverijen Prometheus/Bert bakker/Ooievaar

Het is duidelijk een cadeautje geweest. Het lag op de boekenplank en voldeed aan mijn wens om nu even een superdun boekje te lezen.

De ik-figuur gaat in Venetië naar het dodeneiland San Michele. Onderweg ontmoet ze verschillende mensen. Ze bezoekt de graven van door haar bewonderde mensen: o.a. Brodski en Strawinsky, ze maakt de begrafenis (per gondel) van een glasblazer mee.
Lief boekje. Venetië kwam ook voor mij weer een beetje tot leven. Ik moet eens meer lezen van Rosita Steenbeek.

Boek 19: World without End

Schrijver: Ken Follett
Jaar van publicatie: 2007
Uitg. Macmillan, Londen

Deze wereld zonder einde leek ook wel een boek zonder einde: het duurde even voor ik alle 1111 bladzijden had gelezen. Maar toen had ik ook een aantal vrij aangename uren doorgebracht. Hoewel: een beetje korter had wel gemogen. Het aantal wreedheden, bloederige scenes, oorlogshandelingen, intriges, was wel erg groot. Dan heb ik het nog niet gehad over de pest, die heerste in de 14e eeuw waarin dit vervolg op 'The pillars of the earth' zich afspeelt. Wat een ellende.
In onze huidige tijd is er veel te doen over de misstanden in de kerk. Als je dit verhaal leest, denk je bijna, dat het tegenwoordig wel meevalt: de priesters en monniken konden er ook wat van in die dagen. Ook bij de nonnen ging er wel het een en ander fout, maar zij waren over het algemeen betrouwbaarder. Ze moesten wel, want een proces wegens hekserij had je zo te pakken en dat overleefde je niet.
Vrouwen hadden het moeilijk - ze hadden weinig mogelijkheden, anders dan hard werken en mond houden. Maar als ze een man hadden met een vooraanstaande positie, zoals wolhandelaar(ster) Madge in dit boek, en ze werd weduwe, dan mocht ze het bedrijf van haar man voortzetten. Ze mocht zelfs lid van het gilde worden. Maar wanneer een gravin weduwe werd, zocht de koning een nieuwe man voor haar uit. Die had ze maar te accepteren. Zo niet: doodstraf wegens ongehoorzaamheid aan de koning!
De adel was in vele gevallen onbetrouwbaar, geldbelust, corrupt en almachtig. Het interesseerde hen weinig, of hun lijfeigenen in hun onderhoud konden voorzien of niet: ze moesten aan hun verplichtingen voldoen.
De wolhandel, ook al aanwezig in het eerste deel, maakte dit boek voor mij extra interessant. Nu vooral, doordat een van de hoofdpersonen, Caris, na veel uitproberen, een manier vond om wol rood te verven met meekrap. Hoewel ze zelf weinig profijt kon halen uit deze uitvinding, maakte het de stad waarin ze woonde (opnieuw Kingsbridge) tot een welvarende stad, ondanks alle tegenslagen zoals pest.
Merthin, een andere hoofdpersoon, die een tijd in Italië doorbrengt, ontwerpt een weefgetouw naar Italiaans model. Een trapgetouw, waarop veel sneller geweven kon worden en ingewikkelder patronen mogelijk maakte.
Er wordt veel meer verteld, uitgelegd, besproken in dit boek, net als in het vorige. Beetje teveel misschien, maar bij het bewerken van de wol vond ik dat nou net aardig. Een ander houdt misschien van de oorlogsverhalen. Toch zou ik het nog mooier gevonden hebben als er wat minder uitgebreid over zoveel verschillende onderwerpen was geschreven.
De bouwwerken rond de kathedraal vond ik weer wel interessant en toen ik de afgelopen week een paar oude kerken bezocht, uit dezelfde tijd die hier wordt beschreven, bekeek ik ze toch met andere ogen.