Schrijver: Majgull Axelsson
Jaar van publicatie: 2012
Uitg. De Geus
Vertaling: Janny Middelbeek-Oortgiesen
Oorspr. titel: Slumpvandring (Bokförlaget Prisma, Stockholm, 2000)
Bij het lezen van de eerste honderd bladzijden bleef ik twijfelen, of ik dit boek wel zou gaan uitlezen. Het was deprimerend, het tempo was laag, ik kon de namen van de hoofdpersonen niet uit elkaar houden, of liever: hun relaties. Wat hadden al deze fragmenten met elkaar te maken?
Op de een of andere manier raakte ik toch geboeid door de levens van Augusta, Olga, Siri, Carina, Angelica en Alice. De laatsten allemaal dochters, kleindochters en, in het geval van Angelica, achterkleindochter van Augusta. De belevenissen van Augusta, Alice en Angelica worden vooral beschreven. Zij maken allemaal gebruik van het huis van Augusta. Het is een vluchtplaats voor ze, wanneer ze het leven niet meer goed aankunnen. Het is deprimerend om te zien, hoe weinig invloed ze hebben op hun eigen leven: ze maken steeds weer de fouten, die vorige generaties ook maakten. Ze vallen voor de verkeerde mannen, worden niet begrepen door hun omgeving, hebben geen of slecht contact met hun ouders. Ze worden bedrogen door hun echtgenoot of mishandeld door een stiefvader. En ze zijn vooral allemaal heel eenzaam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten