Schrijver: John Grisham
Jaar van publicatie: 2000
Uitg. Dell Book, New York
Luke woont samen met zijn ouders en grootouders op de boerderij in Arkansas, waar ze katoen verbouwen. Hij is zeven jaar. Het is eind september 1952.
De oogst staat voor de deur. Net als ieder jaar maken de volwassenen zich zorgen: zullen er genoeg werkkrachten te vinden zijn? Zou het weer niet te vroeg omslaan, met regens, die katoenplukken onmogelijk maken en de velden laat overstromen?
De familie is arm en komt maar nauwelijks uit de kosten met al hun harde werken. Moeder heeft een groentetuin, dus eten is er altijd ruim voldoende. Als gelovige baptisten geven ze de groente ook met gulle hand weg aan mensen die het nog slechter hebben en aan hun losse arbeiders.
De laatsten zijn de 'hillbillies', de familie Spruill, en een groep Mexicanen.
De wereld van Luke wordt op zijn kop gezet door deze arbeiders, die allemaal op het erf wonen: de Spruills kamperen op de plaats, waar Luke zijn baseballtechniek oefent, de mexicanen wonen op de zolder van de schuur. Luke ziet allerlei dingen, die eigenlijk niet voor zijn ogen bedoeld zijn en voor het eerst van zijn leven heeft hij geheimen en moet deze bewaren.
Het verhaal is gedeeltelijk autobiografisch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten