Schrijver: Jo Claes
Jaar van publicatie: 2008
Uitg. Houtekiet, Antwerpen
Dit was het eerste boek dat ik las van Jo Claes. Enthousiaste verhalen maakten me nieuwsgierig naar de schrijver, het boek en de hoofdpersoon, Thomas Berg. Het duurde even voor deze hoofdpersoon in het verhaal voorkwam. Om precies te zijn: na het lezen van een derde van het boek. Goed na te gaan, want het verhaal is in drie bijna gelijkwaardige hoofdstukken opgedeeld, ieder genoemd naar de maand, waarin het verhaal zich bevindt. In deel 1 maken we kennis met de drager van de naam uit de titel: Pieter Torfs. Hij heeft een restauratieatelier in Leuven. Christina Jonckheere, een rijke dame uit dezelfde plaats, heeft een schilderij geërfd, van een groot schilder. Haar grootvader verzamelde kunst en hij liet haar dit waardevolle schilderij na, de rest ging naar andere familieleden. Het schilderij moest nog een bewijs van echtheid krijgen. Torfs werd gevraagd het schilderij te keuren en dit bewijs te leveren. Hij twijfelt aan de echtheid van het schilderij, maar accepteert de opdracht toch, na aandringen van de conservator van een plaatselijk museum. Daar zal het doek het middelpunt vormen van een tentoonstelling. Bij de opening van deze tentoonstelling blijkt het schilderij een vervalsing te zijn. Kort daarna wordt Torfs gevonden: hij lijkt zichzelf te hebben opgehangen in zijn woning. Niet lang erna wordt zijn assistente vermoord aangetroffen.
Dan verschijnt Berg op het toneel. Hij is vrijgezel, houdt van mooie dingen, lekker eten, klassieke muziek. Ooit begon hij aan een studie theologie, maar veranderde toen van richting, kwam terecht bij de politie in Brussel, maar werkt sinds kort bij de politie in Leuven als hoofdinspecteur. Daar moet hij nog even wennen. Vooral met zijn directe baas en met de rechter ligt hij voortdurend overhoop. Hij blijft er vrij rustig onder, kan wel opschieten met zijn collega's en in zijn vrije tijd drinkt hij graag een espresso op een terras, waar een aardige Franse studente kunstgeschiedenis zijn belangstelling wekt.
Het oplossen van deze zaak is een hele puzzel, Berg twijfelt er af en toe aan, of hij ooit zal weten wie de dader van deze twee moorden is. Hij zoekt echter rustig verder en denkt na. Ondertussen komen alle straatnamen van Leuven een paar keer voor. Dat maakt het lezen er niet prettiger op, als de stad je volkomen vreemd is. Ook het Vlaams van de schrijver zat mij als lezer danig in de weg. Ik moest zinnen af en toe een paar keer lezen om te weten waar iets over ging en wat er bedoeld werd. Een opgraving wordt in het Nederlands echt geen site genoemd. Die vind je op de computer. En dit is slechts een van de vele voorbeelden.
Maar verder was het een aangenaam boek om te lezen. Echt heel spannend was het niet: je zag al ruim voor het einde, hoe het zou aflopen. De personages waren goed uitgewerkt, de hoofdpersoon sympathiek op zo'n manier, dat je nog wel eens een boek wilt lezen waarin hij de hoofdpersoon is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten