Schrijver: Irma Joubert
Jaar van publicatie: 2011
Uitg. Mozaiek, Zoetermeer
Vert. Dorienke de Vries (uit het Zuid-Afrikaans)
Oorspr. titel: Tussen stasies (Pretoria, LAPA, 2007)
Hoe verwarrend is het leven voor Gretl, het meisje dat uit de trein springt, die onderweg is naar Auschwitz. Ook haar zusje weet uit de trein te ontsnappen. Haar moeder en grootmoeder beloven ook te zullen springen, maar de opening daarvoor is te klein. De brug waarover de trein rijdt is gesaboteerd, bommen ontploffen, de trein stort in de diepte, de inzittenden komen om. Zusje is ziek en overlijdt. Gretl blijft alleen achter.
Ze wordt opgevangen in het gezin van Jakób Kowalsky, een jonge Poolse verzetsstrijder. De familie is katholiek. Gretl, nu op zijn Pools Gretz genoemd, volgt lessen aan de kloosterschool, bij de nonnen. Ze verzwijgt haar joodse afkomst.
De familie Kowalsky is arm. Na de oorlog kunnen ze niet meer voor Gretl zorgen. Jakób brengt haar naar Duitsland. Daar is een programma, waarbij Duitse weeskinderen worden geadopteerd door ouders in Zuid-Afrika. Gretz wordt aangenomen en vindt een rijke familie, die echter gereformeerd is. Gretz past zich aan en zwijgt over haar eerdere joodse en katholieke achtergrond. Zuidafrikanen houden niet van joden, katholieken en Polen. Ze verstopt het kruisje dat ze van Jakób kreeg ver in haar lade.
Jakób moet vluchten voor de communisten in Polen en hij verrekt naar Zuid-Afrika. Hij gaat daar werken als ingenieur en zoekt Gretz, die nu Grietjie heet, op.
Alle herinneringen en nachtmerries komen terug. Grietjie durft er niet over te vertellen. Ze is bang om haar nieuwe ouders te kwetsen of van haar te vervreemden.
Het einde ligt voor de hand, maar is toch zodanig geschreven, dat doorlezen de enige optie is. Een mooi geschreven boek, vol psychologische dilemma's voor het jonge meisje, dat steeds weer van naam en godsdienst moest veranderen en er nooit over kon praten. Alleen Jakób weet alle achtergronden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten