Schrijver: Péter Gárdos
Jaar van publicatie: 2015
Uitg. Ambo/Anthos, Amsterdam
Vert. Rebekka Hermán Mostert
Oorspr. titel Hajnali Iáz (Uitg. Libri Kiadó)
Aan het eind van WO II werden overlevenden uit de kampen naar Zweden vervoerd. Vaak ernstig ziek, getraumatiseerd, beroofd van bezittingen en waardigheid. Veel rechten hadden ze ook in Zweden niet, evenmin als veel bezigheden. De meesten waren daarvoor overigens ook te ziek.
Miklos vraagt een lijst op van vrouwelijke Hongaren, die ook in Zweden zijn. Hij schrijft ze allemaal een brief, in de hoop met een van hen een relatie te beginnen. Mklos heeft nog maar korte tijd te leven. Hij heeft tbc.
Lili is een van de vrouwen die zo'n brief krijgt. Aanvankelijk slaat ze er weinig acht op, maar als ze weer in het ziekenhuis moet worden opgenomen, verveelt ze zich en schrijft terug. De briefwisseling wordt steeds intensiever. Miklos en Lili worden verliefd.
Lili heeft twee vriendinnen, Miklos een vriend. De vriendschap wordt ook nadrukkelijk beschreven, met de spanningen die ook in die relaties optreden door de omstandigheden.
Artsen treden op als vertrouwenspersonen en doen daar hun uiterste best, hoewel ook zij aan allerlei regels gebonden zijn en haast bezwijken onder de spanning.
De schrijver heeft dit verhaal van de liefde van zijn ouders beschreven. Na het overlijden van zijn vader overhandigde zijn moeder hem de stapels brieven van vijftig jaar geleden. Die brieven, waarvan fragmenten een groot deel van het verhaal vormen, waren het uitgangspunt voor dit boek.
Indrukwekkend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten