dinsdag 26 maart 2013

Boek 21: De vanger in het graan

Schrijver: J.D. Salinger
Jaar van publicatie: 1978 (eerste druk)
Uitg. J.M. Meulenhoff
Vert. Johan Hos (1989)
Oorspr. titel: The Catcher in the Rye (1951)

Holden Caulfield, zestien jaar oud, is weer van school gestuurd. Hij verzet zich dan ook tegen iedere vorm van schoolsheid en eigenlijk tegen alles en iedereen. Hij besluit de paar dagen die hem nog resten op deze school, niet af te wachten en te vertrekken naar New York.
Omdat zijn ouders (die daar wonen) niet mogen weten, dat hij ook van deze school gestuurd is, zwerft hij rond. Hij gaat in een hotel, zwerft door het park en voelt zich eenzaam en depressief. Een afspraakje met een oud-vriendinnetje loopt op niets uit. De enige persoon, waar hij wel mee wil praten is zijn zusje Phoebe. Hij sluipt zijn ouderlijk huis binnen, zijn ouders zijn niet aanwezig en hij maakt Phoebe wakker. Ze praten samen wat. Hij vertelt haar, dat hij van plan is te vertrekken. Phoebe schrikt daarvan.
Als zijn ouders thuiskomen, sluipt Holden weer naar buiten. Hij belt een oud-leraar op, die hem uitnodigt bij hem thuis. Hij kan daar slapen, maar vertrekt ook daar weer, midden in de nacht. Hij probeert op een bankje in het station te slapen, maar het lukt niet erg. Koud, dronken, eenzaam, depressief - hij lijkt toch iedereen waar hij zo'n hekel aan had te missen. Nog verzet hij zich ertegen. Hij schrijft Phoebe een briefje, waarin hij vertelt, dat hij toch meteen gaat vertrekken. Als ze mee wil gaan, bedenkt hij zich en gaat met haar naar huis. Hij begint zich langzaam aan te passen.

Ook hier een kind, met een problematische puberteit. Nog steeds komen de boeken die ik lees in paren, lijkt het. Het vorige ging over een meisje, dat misbruikt en mishandeld werd, hier maakt een jongen zelf de problemen. Opgroeien is zo eenvoudig niet.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten