Schrijver: John Grisham
Jaar van publicatie: 2000
Uitg. Dell Book, New York
Luke woont samen met zijn ouders en grootouders op de boerderij in Arkansas, waar ze katoen verbouwen. Hij is zeven jaar. Het is eind september 1952.
De oogst staat voor de deur. Net als ieder jaar maken de volwassenen zich zorgen: zullen er genoeg werkkrachten te vinden zijn? Zou het weer niet te vroeg omslaan, met regens, die katoenplukken onmogelijk maken en de velden laat overstromen?
De familie is arm en komt maar nauwelijks uit de kosten met al hun harde werken. Moeder heeft een groentetuin, dus eten is er altijd ruim voldoende. Als gelovige baptisten geven ze de groente ook met gulle hand weg aan mensen die het nog slechter hebben en aan hun losse arbeiders.
De laatsten zijn de 'hillbillies', de familie Spruill, en een groep Mexicanen.
De wereld van Luke wordt op zijn kop gezet door deze arbeiders, die allemaal op het erf wonen: de Spruills kamperen op de plaats, waar Luke zijn baseballtechniek oefent, de mexicanen wonen op de zolder van de schuur. Luke ziet allerlei dingen, die eigenlijk niet voor zijn ogen bedoeld zijn en voor het eerst van zijn leven heeft hij geheimen en moet deze bewaren.
Het verhaal is gedeeltelijk autobiografisch.
zondag 28 augustus 2011
zaterdag 20 augustus 2011
Boek 41: Het testament van een troubadour
Schrijver: James Cowan
Jaar van publicatie: 2001
Uitg. Anthos, Amsterdam
Vert. May van Sligter
Oorspr. titel: A troubadour's testament
Oorspr. uitg. Boston: Shambala Publications, 1998
De ik-figuur is al lange tijd geboeid door de poezie van de 13e-eeuse dichter Marcebru en wanneer hij bericht krijgt, dat een door Marcebru geschreven dodenrol is gevonden in Ussel, reist hij erheen. Aan de hand van de vertaling van dit document reist hij door Aquitaine, 'het land van Oc', waar Marcebru rondreisde als troubadour. Hij bezong de hoofse liefde en die is ook onderwerp in dit boek. Liefde gekoesterd voor de non Amedéede Jois, die onder raadselachtige omstandigheden om het leven was gekomen. Voor haar is de dodenrol. Iedereen die Marcebru tegenkomt schrijft, wat hij zich herinnert van Amedée, of hij of zij vertelt over haar.
De schrijver volgt de route, die Marcebru daarbij aflegde. Hierbij leert hij vooral zichzelf kennen.
De geschiedenis van dit deel van Frankrijk, tijdens de godsdiensttwisten tussen christenen (katholieken) en Katharen (gezien als ketters), de invloed van de 'moren', die in Frankrijk kwam, via de Pyreneën, het wordt allemaal uitvoerig beschreven.
Mijn gebrek aan achtergrondkennis van deze periode in de Franse geschiedenis maakte het boek soms moeilijk te volgen. Ik moet hierover toch nog meer lezen. Het was een bloedige tijd, waarvan je tijdens reizen in Zuid-Frankrijk nog veel sporen tegenkomt.
Er staan veel lezenswaardige, poëtische en filosofische zinnen in dit boek. Toch vraag ik me af. of de eenvoudige boeren, wevers of schoenlappers die Marcebru vroeg een bijdrage aan de dodenrol te leveren, zelf zulke diepzinnige opmerkingen hebben kunnen maken.
Jaar van publicatie: 2001
Uitg. Anthos, Amsterdam
Vert. May van Sligter
Oorspr. titel: A troubadour's testament
Oorspr. uitg. Boston: Shambala Publications, 1998
De ik-figuur is al lange tijd geboeid door de poezie van de 13e-eeuse dichter Marcebru en wanneer hij bericht krijgt, dat een door Marcebru geschreven dodenrol is gevonden in Ussel, reist hij erheen. Aan de hand van de vertaling van dit document reist hij door Aquitaine, 'het land van Oc', waar Marcebru rondreisde als troubadour. Hij bezong de hoofse liefde en die is ook onderwerp in dit boek. Liefde gekoesterd voor de non Amedéede Jois, die onder raadselachtige omstandigheden om het leven was gekomen. Voor haar is de dodenrol. Iedereen die Marcebru tegenkomt schrijft, wat hij zich herinnert van Amedée, of hij of zij vertelt over haar.
De schrijver volgt de route, die Marcebru daarbij aflegde. Hierbij leert hij vooral zichzelf kennen.
De geschiedenis van dit deel van Frankrijk, tijdens de godsdiensttwisten tussen christenen (katholieken) en Katharen (gezien als ketters), de invloed van de 'moren', die in Frankrijk kwam, via de Pyreneën, het wordt allemaal uitvoerig beschreven.
Mijn gebrek aan achtergrondkennis van deze periode in de Franse geschiedenis maakte het boek soms moeilijk te volgen. Ik moet hierover toch nog meer lezen. Het was een bloedige tijd, waarvan je tijdens reizen in Zuid-Frankrijk nog veel sporen tegenkomt.
Er staan veel lezenswaardige, poëtische en filosofische zinnen in dit boek. Toch vraag ik me af. of de eenvoudige boeren, wevers of schoenlappers die Marcebru vroeg een bijdrage aan de dodenrol te leveren, zelf zulke diepzinnige opmerkingen hebben kunnen maken.
Labels:
52 books,
Frankrijk,
geschiedenis
vrijdag 19 augustus 2011
Boek 40: Accused
Schrijver: Mark Gimenez
Jaar van publicatie: 2010
Uitg. Sphere London
Opnieuw beschrijft Gimenez in dit boek de sportverdwazing en verloedering, nu met een golfspeler in de hoofdrol. Ook nu is zijn verhaal gesitueerd in Texas en is de hoofdpersoon, Scott Fenney ook weer in de race voor het rechterschap. Hierbij weer de schijnbaar gebruikelijke politieke spelletjes.
Zijn ex-vrouw heeft hem verlaten voor de golfspeler, de zeer populaire Trey Rawlins. In de ogen van zijn vele fans kan hij geen kwaad doen. Hij verdient miljoenen, niet alleen in prijzengeld, maar ook aan het maken van reclame. Vooral voor 'brave' artikelen, zoals chocolademelk.
Trey blijkt niet zo braaf geweest te zijn. Als Scott de verdediging op zich neemt van zijn van moord verdachte ex-vrouw Rebecca, ontdekt hij, dat de golfer verslaafd was geweest aan sex, cocaine en gokken.
Iedereen is verbaasd, dat Scott de verdediging op zich neemt van de vrouw, die hem heeft bedrogen, maar hij doet dit, omdat hij niet wil, dat zijn dochtertje Boo haar moeder in de gevangenis zal moeten opzoeken.
Een spannend boek, met een niet al te verrassend einde, maar toch zo boeiend, dat het niet weg te leggen was en in een ruk moest worden gelezen!
- Posted using BlogPress from my iPad
Jaar van publicatie: 2010
Uitg. Sphere London
Opnieuw beschrijft Gimenez in dit boek de sportverdwazing en verloedering, nu met een golfspeler in de hoofdrol. Ook nu is zijn verhaal gesitueerd in Texas en is de hoofdpersoon, Scott Fenney ook weer in de race voor het rechterschap. Hierbij weer de schijnbaar gebruikelijke politieke spelletjes.
Zijn ex-vrouw heeft hem verlaten voor de golfspeler, de zeer populaire Trey Rawlins. In de ogen van zijn vele fans kan hij geen kwaad doen. Hij verdient miljoenen, niet alleen in prijzengeld, maar ook aan het maken van reclame. Vooral voor 'brave' artikelen, zoals chocolademelk.
Trey blijkt niet zo braaf geweest te zijn. Als Scott de verdediging op zich neemt van zijn van moord verdachte ex-vrouw Rebecca, ontdekt hij, dat de golfer verslaafd was geweest aan sex, cocaine en gokken.
Iedereen is verbaasd, dat Scott de verdediging op zich neemt van de vrouw, die hem heeft bedrogen, maar hij doet dit, omdat hij niet wil, dat zijn dochtertje Boo haar moeder in de gevangenis zal moeten opzoeken.
Een spannend boek, met een niet al te verrassend einde, maar toch zo boeiend, dat het niet weg te leggen was en in een ruk moest worden gelezen!
- Posted using BlogPress from my iPad
vrijdag 12 augustus 2011
Boek 39: Een tweede kans
Schrijver: Marcia Willett
Jaar van publicatie: 2009
Uitg. De Boekerij, Amsterdam
Vert. Nellie Keukelaar-van Rijsbergen
Oorspr. titel: The prodigal wife (Bantam Press, London, 2009)
Dit is het vierde deel van de Chadwick-trilogie. Kennelijk was het niet de bedoeling dit te schrijven, maar hier gaat toch het leven van de Chadwicks verder.
Jolyon Chadwick, de zoon van Hal en zijn vrouw Maria, is de hoofdpersoon. Hij leert een meisje kennen en voelt plotseling toch voor een verloving en huwelijk. Nadat zijn moeder de familie in de steek had gelaten, was zijn vertrouwen in mensen en vooral vrouwen, danig afgenomen. Henrietta verandert dat.
De moeder van Henrietta is ooit door haar man verlaten. Deze man, de vader van Henrietta, stuurde zijn dochter een brief, waarin hij haar schreef, niets meer met haar te maken te willen hebben. Ook zij heeft dus weinig vertrouwen in het huwelijk.
De moeder van Henrietta heeft inmiddels weer een relatie met haar oude liefde Angus. Aanvankelijk mag Henrietta daar niets van weten.
Maria, de moeder van Jolyon is weer alleen. Haar tweede ma Adam is overleden. Zij probeert weer contact met de familie Chadwick op te nemen.
Het boek viel een beetje tegen. De schrijfstijl is nog steeds prettig, Willett kan goed vertellen. De beschrijving van de zuid-engelse natuur spreekt me aan. Maar er werd wel erg vaak teruggegrepen op de eerste drie delen van de serie. Leuk voor degenen, die die boeken niet hebben gelezen, maar nu een beetje te veel van het goede.
Jaar van publicatie: 2009
Uitg. De Boekerij, Amsterdam
Vert. Nellie Keukelaar-van Rijsbergen
Oorspr. titel: The prodigal wife (Bantam Press, London, 2009)
Dit is het vierde deel van de Chadwick-trilogie. Kennelijk was het niet de bedoeling dit te schrijven, maar hier gaat toch het leven van de Chadwicks verder.
Jolyon Chadwick, de zoon van Hal en zijn vrouw Maria, is de hoofdpersoon. Hij leert een meisje kennen en voelt plotseling toch voor een verloving en huwelijk. Nadat zijn moeder de familie in de steek had gelaten, was zijn vertrouwen in mensen en vooral vrouwen, danig afgenomen. Henrietta verandert dat.
De moeder van Henrietta is ooit door haar man verlaten. Deze man, de vader van Henrietta, stuurde zijn dochter een brief, waarin hij haar schreef, niets meer met haar te maken te willen hebben. Ook zij heeft dus weinig vertrouwen in het huwelijk.
De moeder van Henrietta heeft inmiddels weer een relatie met haar oude liefde Angus. Aanvankelijk mag Henrietta daar niets van weten.
Maria, de moeder van Jolyon is weer alleen. Haar tweede ma Adam is overleden. Zij probeert weer contact met de familie Chadwick op te nemen.
Het boek viel een beetje tegen. De schrijfstijl is nog steeds prettig, Willett kan goed vertellen. De beschrijving van de zuid-engelse natuur spreekt me aan. Maar er werd wel erg vaak teruggegrepen op de eerste drie delen van de serie. Leuk voor degenen, die die boeken niet hebben gelezen, maar nu een beetje te veel van het goede.
Labels:
52 books,
Chadwick family chronicles,
Marcia Willett
zaterdag 6 augustus 2011
Boek 38: Jan Pieterszoon Coen
Schrijver: Joyce Tulkens
Jaar van publicatie: 2007
Uitg. Kok Omniboek
Ondertitel: De bedwinger van Indië
Omdat er nogal wat te doen is over het standbeeld van J.P. Coen op De Rode Steen in Hoorn (Het moet weg, vinden sommigen, anderen willen wel dat het blijft, maar dan met een verklaring over de misdaden die hij zou hebben gepleegd tijdens zijn bewind in Indië), had de bibliotheek een aantal boeken in de schijnwerper staan over deze man.
Ik wist er te weinig van en wilden wel eens meer lezen hierover.
Als dertienjarig jongetje wordt Coen door zijn vader naar Rome gestuurd. Hij moet in de leer bij een bevriende lakenkoopman en moet daar het boekhoudvak leren. Jan kende deze koopman als Oom Joost de Visser, maar in Rome stond de man bekend als Justus Pescatore. Jan zelf werd omgedoopt tot Gianni Pietrosacone. Het is 1597.
In 1606 had Jan genoeg van de zedeloosheid en onveiligheid van Rome. Een van zijn vrienden is vermoord, omdat hij jood bleek te zijn, wat hij tot dan toe altijd goed geheim had weten te houden. Jan krijgt ook bericht, dat zijn vader in Hoorn ziek is geworden. Hij wil naar huis.
Daar komt hij te laat: zijn vader is al overleden.
Hij verkoopt het bedrijf van zijn vader, ook lakenhandelaar, maar minder gefortuneerd dan Pescatore, en volgt een opleiding bij de VOC.
In 1607 gaat Jan voor het eerst naar Indië. Hij maakt kennis met de moeilijkheden van zo'n zeereis. In Indië aangekomen zijn de problemen mogelijk nog groter: de inwoners van dat land verweren zich tegen de inname van hun land. Met meer succes dan de Hollanders verwachten. Verhoeff, admiraal, vroeg zich zelfs af 'wat zij kunnen met hun primitieve speren en messen tegen onze geweren en kanonnen'. In de loop van zijn leven zou Jan dat duidelijk worden.
Het verhaal is een opeenvolging an oorlogen, schermutselingen, veldslagen. Er sneuvelen duizenden mensen, aan beide kanten. De Hollandse inwoners waren ook niet het makkelijkst om mee te werken: het was vaak niet het beste deel van de bevolking, dat naar Indië trok. Bovendien was er een groot gebrek aan vrouwen en de soldaten maakten veel misbruik van de inlandse vrouwen, wat weer tot extra spanningen leidde.
De Heren van de VOC waren niet al te scheutig met financiële ondersteuning. Het vullen van hun eigen geldkoffers was het belangrijkste. Hoe het geld en de goederen verworven waren, interesseerde ze minder. Coen was een eerlijk man. Hij was streng gereformeerd en recht in de leer. Andere leiders vond hij snel te toegeeflijk en te slap. Hij werd daar zelf nog strenger door. De inlandse natuur kon hij moeilijk doorgronden, hoewel hij er goed in was te voorspellen, wanneer hij een aanval kon verwachten. Opstanden onderdrukte hij wreed.
Hij keert nog een keer terug naar Nederland, om daar een vrouw te zoeken. Met haar en met haar familie keert hij terug naar Indië. Veel geluk heeft hij daarna niet: zijn beide kinderen sterven, zijn schoonmoeder en zwager eveneens.
Het is een beeld van een harde man, die meent, dat hij door God gezonden is naar een primitief land, waar hij welvaart en kennis komt brengen. Zij die daar wonen, moeten zich daarom volledig aan hem onderwerpen. De rest van de wereld (Engelsen en Spanjaarden vooral) spant samen om het geweldige Holland dwars te zitten. De arrogantie spat ervan af. Wel een informatief boek, maar door de opeenvolging van alle feiten, soms een beetje vervelend om te lezen en daarbij de aandacht vast te houden.
Jaar van publicatie: 2007
Uitg. Kok Omniboek
Ondertitel: De bedwinger van Indië
Omdat er nogal wat te doen is over het standbeeld van J.P. Coen op De Rode Steen in Hoorn (Het moet weg, vinden sommigen, anderen willen wel dat het blijft, maar dan met een verklaring over de misdaden die hij zou hebben gepleegd tijdens zijn bewind in Indië), had de bibliotheek een aantal boeken in de schijnwerper staan over deze man.
Ik wist er te weinig van en wilden wel eens meer lezen hierover.
Als dertienjarig jongetje wordt Coen door zijn vader naar Rome gestuurd. Hij moet in de leer bij een bevriende lakenkoopman en moet daar het boekhoudvak leren. Jan kende deze koopman als Oom Joost de Visser, maar in Rome stond de man bekend als Justus Pescatore. Jan zelf werd omgedoopt tot Gianni Pietrosacone. Het is 1597.
In 1606 had Jan genoeg van de zedeloosheid en onveiligheid van Rome. Een van zijn vrienden is vermoord, omdat hij jood bleek te zijn, wat hij tot dan toe altijd goed geheim had weten te houden. Jan krijgt ook bericht, dat zijn vader in Hoorn ziek is geworden. Hij wil naar huis.
Daar komt hij te laat: zijn vader is al overleden.
Hij verkoopt het bedrijf van zijn vader, ook lakenhandelaar, maar minder gefortuneerd dan Pescatore, en volgt een opleiding bij de VOC.
In 1607 gaat Jan voor het eerst naar Indië. Hij maakt kennis met de moeilijkheden van zo'n zeereis. In Indië aangekomen zijn de problemen mogelijk nog groter: de inwoners van dat land verweren zich tegen de inname van hun land. Met meer succes dan de Hollanders verwachten. Verhoeff, admiraal, vroeg zich zelfs af 'wat zij kunnen met hun primitieve speren en messen tegen onze geweren en kanonnen'. In de loop van zijn leven zou Jan dat duidelijk worden.
Het verhaal is een opeenvolging an oorlogen, schermutselingen, veldslagen. Er sneuvelen duizenden mensen, aan beide kanten. De Hollandse inwoners waren ook niet het makkelijkst om mee te werken: het was vaak niet het beste deel van de bevolking, dat naar Indië trok. Bovendien was er een groot gebrek aan vrouwen en de soldaten maakten veel misbruik van de inlandse vrouwen, wat weer tot extra spanningen leidde.
De Heren van de VOC waren niet al te scheutig met financiële ondersteuning. Het vullen van hun eigen geldkoffers was het belangrijkste. Hoe het geld en de goederen verworven waren, interesseerde ze minder. Coen was een eerlijk man. Hij was streng gereformeerd en recht in de leer. Andere leiders vond hij snel te toegeeflijk en te slap. Hij werd daar zelf nog strenger door. De inlandse natuur kon hij moeilijk doorgronden, hoewel hij er goed in was te voorspellen, wanneer hij een aanval kon verwachten. Opstanden onderdrukte hij wreed.
Hij keert nog een keer terug naar Nederland, om daar een vrouw te zoeken. Met haar en met haar familie keert hij terug naar Indië. Veel geluk heeft hij daarna niet: zijn beide kinderen sterven, zijn schoonmoeder en zwager eveneens.
Het is een beeld van een harde man, die meent, dat hij door God gezonden is naar een primitief land, waar hij welvaart en kennis komt brengen. Zij die daar wonen, moeten zich daarom volledig aan hem onderwerpen. De rest van de wereld (Engelsen en Spanjaarden vooral) spant samen om het geweldige Holland dwars te zitten. De arrogantie spat ervan af. Wel een informatief boek, maar door de opeenvolging van alle feiten, soms een beetje vervelend om te lezen en daarbij de aandacht vast te houden.
donderdag 4 augustus 2011
Boek 37: De zijdewerksters
Schrijver: Gail Tsukiyama
Jaar van publicatie: 1999
Uitg. Atlas
Vert. Ankie Klootwijk
Oorspr. titel: Women of the silk
Oorspr. uitg. St. Martin's Press, New York (1991)
Op 7-jarige leeftijd wordt het meisje Pei door haar vader verkocht aan de zijdefabriek. Hij en zijn familie moeten leven van de visvangst in visvijvers en van de pluk van moerbeibladeren, maar de opbrengsten zijn te gering om van te leven. De verdiensten van Pei zijn nodig.
Zij wordt ondergebracht in het meisjeshuis, dat onder leiding staat van Tante Yee, die als een moeder voor haar meisjes zorgt. Ze hebben het goed, en Pei wordt opgenomen in de hechte gemeenschap. De meisjes moeten hard werken, maar samen lossen ze hun problemen op en de vriendschap maakt, dat ze zich gelukkig voelen, ondanks de ontberingen en tegenslagen en ondanks het verlies van enkele vriendinnen van Pei.
Pei besluit na een aantal jaren de 'haartooiceremonie' te ondergaan, waarbij ze belooft niet te zullen trouwen. Ze neemt haar intrek in het zusterhuis, samen met haar goede vriendin Lin.
Samen bezoeken ze de familie van Lin in Kanton en nog veel later ook die van Pei. Werelden van verschil.
De neergang van de zijdehandel en de opkomst van het communisme en feminisme hebben invloed op het verloop van de geschiedenis van Pei. Ook de dreiging van de oorlog met Japan, en de Japanners die verkrachtend en plunderend door het land trekken, maken, dat Pei uiteindelijk moet vertrekken naar Hongkong.
Jaar van publicatie: 1999
Uitg. Atlas
Vert. Ankie Klootwijk
Oorspr. titel: Women of the silk
Oorspr. uitg. St. Martin's Press, New York (1991)
Op 7-jarige leeftijd wordt het meisje Pei door haar vader verkocht aan de zijdefabriek. Hij en zijn familie moeten leven van de visvangst in visvijvers en van de pluk van moerbeibladeren, maar de opbrengsten zijn te gering om van te leven. De verdiensten van Pei zijn nodig.
Zij wordt ondergebracht in het meisjeshuis, dat onder leiding staat van Tante Yee, die als een moeder voor haar meisjes zorgt. Ze hebben het goed, en Pei wordt opgenomen in de hechte gemeenschap. De meisjes moeten hard werken, maar samen lossen ze hun problemen op en de vriendschap maakt, dat ze zich gelukkig voelen, ondanks de ontberingen en tegenslagen en ondanks het verlies van enkele vriendinnen van Pei.
Pei besluit na een aantal jaren de 'haartooiceremonie' te ondergaan, waarbij ze belooft niet te zullen trouwen. Ze neemt haar intrek in het zusterhuis, samen met haar goede vriendin Lin.
Samen bezoeken ze de familie van Lin in Kanton en nog veel later ook die van Pei. Werelden van verschil.
De neergang van de zijdehandel en de opkomst van het communisme en feminisme hebben invloed op het verloop van de geschiedenis van Pei. Ook de dreiging van de oorlog met Japan, en de Japanners die verkrachtend en plunderend door het land trekken, maken, dat Pei uiteindelijk moet vertrekken naar Hongkong.
Abonneren op:
Posts (Atom)