Schrijver: Pieter Aspe
Jaar van publicatie: 2000 (deze 13e druk 2012)
Uitg. Manteau
287 blz
Het was al weer lang geleden, dat ik een vorig deel uit deze reeks had gelezen en het duurde even, voor ik me herinnerde wie wie ook weer was. De naam Van In voor de commissaris zorgt bij mij altijd voor wat verwarring - ik herken het niet als naam. Zijn brigadier en vriend Versavel is ook weer aanwezig, evenals de vriendin van de commissaris, Hannelore Martens.
Ooit had zij een relatie met Valentijn Heydens en als hij haar belt om een afspraak te maken, gaat ze naar hem toe. Zij is nog altijd van hem gecharmeerd. Als blijkt, dat tijdens hun date zijn vader zelfmoord heeft gepleegd en als Hannelore terugdenkt aan de angst, die Valentijn uitte, dat zijn vader gevaar liep vermoord te worden, vertelt ze dat aan Van In, die zich op de zaak werpt. Zijn jaloezie maakt, dat hij dat nog verwoeder doet dan normaal.
Hij ontmoet tijdens dit onderzoek alle Brugse bobo's en als Hannelore ontvoerd wordt en het onderzoek uitgebreid, ook hooggeplaatste personen verder van Brugge af.
De steken, die Aspe uitdeelt aan de gang van zaken tussen hooggeplaatste ambtenaren en de rijken van de stad, zijn hier en daar niet mals. De politieagent, die voor geld de pers inseint, de notaris en de procureur, die samen in de vrijmetselaarsloge zitten en elkaar de handen boven het hoofd houden - ze komen langs en zo zijn er meer voorbeelden.
Sympathieke serie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten