Schrijver: Santa Montefiore
Jaar van publicatie: 2016
Uitg. Meulenhoff Boekerij bv., Amsterdam
Vert. Erica Feberwee
Oorspr. titel: The daughters of Deverill (Simon & Schuster, 2016)
Serie: Deverill Chronicles
Na het lezen van deel I uit deze serie was ik van plan, het tweede te lezen, zodra het uitkwam. Het heeft echter even langer geduurd. Maar nu heb ik me weer verdiept in de verdere levensloop van Kitty, Celia en Bridget (Bridie) Bijna in een adem las ik het uit. Het verhaal over de drie dames, maar vooral ook de geschiedenis van Ierland, die altijd op de achtergrond meespeelt, boeide me zeer.
Kitty woont met haar man Robert op het landgoed. Het kasteel is na de brand, waar het vorige deel mee eindigde, nog steeds een ruïne. Ze zorgt voor haar halfbroertje Jack, die zij en Robert als hun eigen kind opvoeden. Haar vader Bertie woont naast hen. Bertie geeft zich volledig over aan de drank en wordt een wat zielige figuur. Zijn vrouw verblijft in Londen en wil eigenlijk niet meer terugkomen naar Ierland.
Kitty houdt nog steeds van jack, haar jeugdliefde, die nu als dierenarts werkzaam is.
Bridie is naar Amerika vertrokken en is nu een rijke vrouw, na een erfenis van haar vroegere werkgeefster en een huwelijk met een rijke, nu overleden, man.
Celia is getrouwd met Archie, ook rijk, vooral na financiële hulp van de vader van Celia, Digby. De laatste heeft zijn fortuin verworven in de goud- en diamantmijnen van Afrika.
Dan komt de beurskrach, die al die rijke mensen in een keer van hun geld afhelpt. Gelukkig heeft de zaakwaarnemer van Bridie haar geld goed belegd, maar Celia, die het kasteel heeft gekocht en opgeknapt, moet het weer verkopen, wanneer haar vader en haar man hun fortuin zijn kwijtgeraakt.
Jack is vertrokken naar Amerika. Hij had graag gewild, dat Kitty mee was gegaan, maar zij kiest toch voor Deverill en Ierland.
De personen worden altijd zo beschreven, dat je sympathie voor ze kunt hebben, ook al doen ze het een en ander verkeerd. Overal worden redenen voor aangevoerd.
De wrijving, die de standsverschillen veroorzaken tussen de katholieke Ierse bewoners en de protestante Engelse herenboeren/kasteeleigenaren, is ook in deze periode nog duidelijk voelbaar.
De Ieren komen er wat sympathieker af, dan de Engelsen. Maar de praktijken in het klooster, waar Bridie haar kinderen kreeg, doen daar weer heel wat aan af. Ook in de tijd waarin dit deel speelt: de nonnen weigeren informatie te geven. 'Het is verdwenen. Er is niets meer van en over de kinderen van Bridie te vinden'.
In het derde deel zal alles wel weer bij elkaar komen. Ik kan nauwelijks wachten om dat te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten