vrijdag 28 februari 2014
Boek 12: Mr Gwyn
Schrijver: Alessandro Barrico
Jaar van publicatie: 2012
Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam
Vertaling: Manon Smits
Oorspr. titel: Mr Gwyn (Giangiacomo Feltrinelli Editore Milano 2011)
Een supersnel leesbaar boek. Al vaak had ik de raad van anderen gekregen eens iets van Alessandro Barrico te lezen, maar tot nu toe was er niets van gekomen. Nu dus wel.
Jasper Gwyn, hoofdpersoon van het boek, is schrijver. Hij heeft zozeer genoeg van alles wat om het schrijverschap heen hangt, dat hij besluit een lijst te publiceren van dingen, die hij nooit meer wil doen. Schrijven is daar een van. Zijn agent, Tom, probeert hem van die gedachte af te houden, maar dat mislukt. Jasper schrijft niet meer, tot verdriet van zijn fans.
Nu moet hij iets anders vinden om te doen. Hij laat de tijd verstrijken, dan besluit hij 'kopiist' te worden. Of het een beroep is? Hij weet het zelf ook niet, maar als het dat niet is, gaat hij het uitvinden. Hij gaat mensen kopiëren. Niet als schilder, maar als schrijver.
De beschrijving van dit alles werkt bevreemdend. Ik ben er ook niet helemaal zeker van, dat ik alle dubbele lagen heb ontdekt en begrepen.
Op de achterkant van het boek staat, dat het tot nadenken stemt over hoe we onszelf en de ander zien. In die opzet is het geslaagd. Een beschrijving van de auteur als iemand, die zich met elk boek opnieuw lijkt uit te vinden kan ik na het lezen van dit ene boek niet controleren - uitvinden van mensen: daar gaat het in dit boekje wel over.
dinsdag 25 februari 2014
Boek 11: Einde van een dienstreis
Schrijver: Heinrich Böll
Jaar van publicatie: 1983
Uitg. Manteau Parels
Vertaling: W. Wielek-Berg
Oorspr. uitg. Elsevier, Amsterdam, 1950
Oorspr. titel: Ende einer Dienstfahrt
Uitg. Verlag Kiepenheuer & Witsch, Keulen
Het duurde vrij lang voor ik in het verhaal kwam: het aantal namen was heel groot en de personages moeilijk uit elkaar te houden.
In een gehucht op het Duitse platteland is een rechter bezig met zijn laatste proces. Hij gaat met pensioen. Verdachten zijn een vader en zoon, die een auto in brand hebben gestoken, en vrolijk zaten te kijken hoe die uitbrandde. Ze zongen daarbij een stichtelijk lied en stootten de koppen van de pijp die ze rookten tegen elkaar. De auto was eigendom van het leger. De zoon moest daar een dienstreis mee maken, als afsluiting van zijn diensttijd. Wat die dienstreis inhield blijft lang onvermeld. Dat de reis eindigde met de brand is duidelijk.
Een hele stoet getuigen is opgeroepen en nauwkeurig wordt alle haarkloverij opgeschreven. Ook ieder personage wordt uitgebreid beschreven, evenals zijn persoonlijke omstandigheden als woonplaats, relatie, uiterlijk, smaak.
Eigenlijk gaat het verhaal nergens over. Het duurt alleen erg lang om te lezen. Daarmee komt het overeen met het beschreven proces: het gaat echt helemaal nergens over. Dingen worden belangrijk gemaakt, die het niet zijn. Mensen doen geheimzinnig over zaken, die dat niet verdienen.
De beschrijving van de bekrompen, roddelende samenleving in een plaatsje als Birglar, van economische en belastingtechnische zaken, maar vooral van de (on)zin van de Bundeswehr zal niet iedereen in Duitsland gewaardeerd hebben. Satire op zijn best.
Voorbeeld van de beschrijving van een van de personages, die me nogal bekend voorkwam als fervent breister. Het gaat over de vrouw van de rechter.
-' De 'snuffelaarster' noemde men haar in Birglar; ze stond bekend als een slechte huisvrouw maar als een goede kokkin en een hartstochtelijk breister; de resultaten van het werk harer ervaren en onvermoeibare handen droeg Stollfuss aan handen en voeten, hij droeg ze als pullover op de borst, had ze als kussenovertrek op zijn stoel in zijn bureau; steeds lagen er ook op het consultatiebureau zuigelingenpakjes, die door de dokter en de sociale werkster werden uitgedeeld aan jonge moeders wier nooddruft ze zelf moesten vaststellen op verzoek van mevrouw Stollfuss, die hun overigens ook de vrijheid liet niet-nooddruftige moeders jasjes en broekjes te verstrekken. Van haar, Maria Stollfuss geboren Hollweg, werd gezegd, dat ze geen begrip had van de tijd....'
Jaar van publicatie: 1983
Uitg. Manteau Parels
Vertaling: W. Wielek-Berg
Oorspr. uitg. Elsevier, Amsterdam, 1950
Oorspr. titel: Ende einer Dienstfahrt
Uitg. Verlag Kiepenheuer & Witsch, Keulen
Het duurde vrij lang voor ik in het verhaal kwam: het aantal namen was heel groot en de personages moeilijk uit elkaar te houden.
In een gehucht op het Duitse platteland is een rechter bezig met zijn laatste proces. Hij gaat met pensioen. Verdachten zijn een vader en zoon, die een auto in brand hebben gestoken, en vrolijk zaten te kijken hoe die uitbrandde. Ze zongen daarbij een stichtelijk lied en stootten de koppen van de pijp die ze rookten tegen elkaar. De auto was eigendom van het leger. De zoon moest daar een dienstreis mee maken, als afsluiting van zijn diensttijd. Wat die dienstreis inhield blijft lang onvermeld. Dat de reis eindigde met de brand is duidelijk.
Een hele stoet getuigen is opgeroepen en nauwkeurig wordt alle haarkloverij opgeschreven. Ook ieder personage wordt uitgebreid beschreven, evenals zijn persoonlijke omstandigheden als woonplaats, relatie, uiterlijk, smaak.
Eigenlijk gaat het verhaal nergens over. Het duurt alleen erg lang om te lezen. Daarmee komt het overeen met het beschreven proces: het gaat echt helemaal nergens over. Dingen worden belangrijk gemaakt, die het niet zijn. Mensen doen geheimzinnig over zaken, die dat niet verdienen.
De beschrijving van de bekrompen, roddelende samenleving in een plaatsje als Birglar, van economische en belastingtechnische zaken, maar vooral van de (on)zin van de Bundeswehr zal niet iedereen in Duitsland gewaardeerd hebben. Satire op zijn best.
Voorbeeld van de beschrijving van een van de personages, die me nogal bekend voorkwam als fervent breister. Het gaat over de vrouw van de rechter.
-' De 'snuffelaarster' noemde men haar in Birglar; ze stond bekend als een slechte huisvrouw maar als een goede kokkin en een hartstochtelijk breister; de resultaten van het werk harer ervaren en onvermoeibare handen droeg Stollfuss aan handen en voeten, hij droeg ze als pullover op de borst, had ze als kussenovertrek op zijn stoel in zijn bureau; steeds lagen er ook op het consultatiebureau zuigelingenpakjes, die door de dokter en de sociale werkster werden uitgedeeld aan jonge moeders wier nooddruft ze zelf moesten vaststellen op verzoek van mevrouw Stollfuss, die hun overigens ook de vrijheid liet niet-nooddruftige moeders jasjes en broekjes te verstrekken. Van haar, Maria Stollfuss geboren Hollweg, werd gezegd, dat ze geen begrip had van de tijd....'
maandag 17 februari 2014
Boek 10: De overgave
Schrijver: Arthur Japin
Jaar van publicatie: 2010
Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen
In zijn nawoord schrijft Japin, dat de werkelijkheid vaak nog gruwelijker is, dan een schrijver kan bedenken. Hij moest zich omwille van de geloofwaardigheid beperken, zowel in de keuze van personen die hij opvoerde, als in de gruwelen die hen zijn overkomen.
Het was inderdaad gruwelijk genoeg. Zelfs deze hoeveelheid ging het voorstellingsvermogen te boven. Wat doen mensen elkaar aan omwille van de liefde? Granny Parker, hoofdpersoon in het boek, hield dol veel van haar familie. Vooral van haar kleindochter Cynthia Ann. Als deze ontvoerd wordt door indianen, doet granny alles om haar terug te vinden. Dat niet alleen: ook om haar terug te krijgen. Dat haar kleindochter daarbij haar zoontje moest achterlaten vond ze op dat moment niet belangrijk.
Mensen doen elkaar nog veel meer aan uit wraak, uit haat, uit angst voor het onbekende.
Hier liep dat uit op het uitroeien van de bizon, en ook bijna van de indianen. Zij mochten alleen verder leven in reservaten.
Deze gebeurtenissen hebben zich relatief kort geleden voorgedaan. Moeilijk te bevatten.
Japin schrijft mooi: tijdens het lezen wilde ik steeds zinnen opschrijven, om ze te kunnen onthouden. Dat is niet altijd praktisch uitvoerbaar, dus meestal gebeurt het niet.
Toch: eentje dan.
'Gebrek aan nieuwsgierigheid is doodsoorzaak nummer één.'
Het zou zomaar waar kunnen zijn.
Jaar van publicatie: 2010
Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen
In zijn nawoord schrijft Japin, dat de werkelijkheid vaak nog gruwelijker is, dan een schrijver kan bedenken. Hij moest zich omwille van de geloofwaardigheid beperken, zowel in de keuze van personen die hij opvoerde, als in de gruwelen die hen zijn overkomen.
Het was inderdaad gruwelijk genoeg. Zelfs deze hoeveelheid ging het voorstellingsvermogen te boven. Wat doen mensen elkaar aan omwille van de liefde? Granny Parker, hoofdpersoon in het boek, hield dol veel van haar familie. Vooral van haar kleindochter Cynthia Ann. Als deze ontvoerd wordt door indianen, doet granny alles om haar terug te vinden. Dat niet alleen: ook om haar terug te krijgen. Dat haar kleindochter daarbij haar zoontje moest achterlaten vond ze op dat moment niet belangrijk.
Mensen doen elkaar nog veel meer aan uit wraak, uit haat, uit angst voor het onbekende.
Hier liep dat uit op het uitroeien van de bizon, en ook bijna van de indianen. Zij mochten alleen verder leven in reservaten.
Deze gebeurtenissen hebben zich relatief kort geleden voorgedaan. Moeilijk te bevatten.
Japin schrijft mooi: tijdens het lezen wilde ik steeds zinnen opschrijven, om ze te kunnen onthouden. Dat is niet altijd praktisch uitvoerbaar, dus meestal gebeurt het niet.
Toch: eentje dan.
'Gebrek aan nieuwsgierigheid is doodsoorzaak nummer één.'
Het zou zomaar waar kunnen zijn.
zondag 9 februari 2014
Boek 9: De trein had geen vertraging
Schrijver: Heinrich Böll
Jaar van publicatie: 1974
Uitg. Elsevier
Vertaling: H.L. Mulder
Oorspr. titel: Der Zug war pünktlich
Oorspr. uitg. G. Middelhauve Verlag, Keulen
In 1964 werd De trein had geen vertraging door Elsevier opgenomen in de verhalenbundel De zwarte schapen. Deze bundel, met weglating van drie verhalen, waaronder De trein had geen vertraging, werd in 1969 herdrukt onder de titel De man met de messen.
Andreas wordt door zijn vriend Paul naar de trein gebracht. Zijn verlof zit er op en hij moet zich melden aan het oostfront. Vlak voor hij in de trein stapt spreekt hij zijn angst uit: ik ga binnenkort dood! Maar wanneer is binnenkort? Een paar dagen later? Een week?
De gedachte blijft in zijn hoofd.
Hij maakt kennis met twee andere militairen. Ze spelen kaart. Drinken. Eten. Maar toch: 'binnenkort...'
De lezer voelt en denkt met hem mee.
Andreas probeert zich voor te stellen hoever hij zal komen naar het oosten, voor hij sneuvelt. Welke plaats zal hij bereiken? Dan voelt hij, dat hij niet verder zal komen dan Stryi. Dat zal de plaats zijn waar zijn leven zal eindigen.
Een van zijn twee nieuwe kameraden neemt hem mee naar een bordeel in Lemnitz. Daar ontmoet hij het Poolse meisje Olinda. Hij speelt en beluistert nog eenmaal muziek.
Dit was het eerste werk van Böll dat in boekvorm verscheen. Het thema is vooral, dat de mens niet kan begrijpen dat zo vele levens in naam van een krankzinnige ideologie worden vernietigd. Hoewel Andreas zijn geweer 'vergeten' was mee te nemen (het stond nog bij Paul in de kast, achter de gummi jas) was er ook voor hem geen ontkomen meer aan.
donderdag 6 februari 2014
Boek 8: Ik mis nog steeds de Hema
Schrijfsters: Manon Sikkel en Marion Witter
Jaar van publicatie: 2012
Uitg. Bert Bakker, Amsterdam
Voor het boek 'Ik mis alleen de Hema' interviewden Manon Sikkel en Marion Witter Nederlanders, die probeerden in het buitenland een nieuw bestaan op te bouwen. Nu, voor dit boek, komen de schrijfsters terug: vijf jaar later. Hoe gaat het nu met de emigranten? Wonen ze nog steeds op dezelfde plek? Zijn ze nog steeds zo enthousiast? Ook een aantal 'nieuwelingen' zijn in het boek opgenomen.
Velen zijn naar Nederland teruggekeerd. Anderen zijn nog steeds heel gelukkig en tevreden. Zij hebben inmiddels hun plaats gevonden in hun niet meer zo nieuwe woonplaats.
Waarom ging het mis? Of waarom juist niet? Wat voor werk doen ze nu? Hoe gaat het met de kinderen?
Achterin het boek tips en adressen voor hen, die emigratie overwegen.
Jaar van publicatie: 2012
Uitg. Bert Bakker, Amsterdam
Voor het boek 'Ik mis alleen de Hema' interviewden Manon Sikkel en Marion Witter Nederlanders, die probeerden in het buitenland een nieuw bestaan op te bouwen. Nu, voor dit boek, komen de schrijfsters terug: vijf jaar later. Hoe gaat het nu met de emigranten? Wonen ze nog steeds op dezelfde plek? Zijn ze nog steeds zo enthousiast? Ook een aantal 'nieuwelingen' zijn in het boek opgenomen.
Velen zijn naar Nederland teruggekeerd. Anderen zijn nog steeds heel gelukkig en tevreden. Zij hebben inmiddels hun plaats gevonden in hun niet meer zo nieuwe woonplaats.
Waarom ging het mis? Of waarom juist niet? Wat voor werk doen ze nu? Hoe gaat het met de kinderen?
Achterin het boek tips en adressen voor hen, die emigratie overwegen.
woensdag 5 februari 2014
Boek 7: Dienstreizen van een thuisblijver
Schrijver: Maarten 't Hart
Jaar van publicatie: 2011
Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam
Het is algemeen bekend: Maarten 't Hart houdt niet van reizen. Als je dan plotseling beroemd wordt in diverse verre buitenlanden, dan kan je er wel eens niet omheen. Hij doet verslag over de verschrikkingen, die daar voor hem aan vastzitten. Op zijn eigen, wat knorrige manier, die vaak heel geestig is. Met zo hier en daar een venijnige uithaal naar collega-schrijvers, naar uitgevers, die hem op 'Lesereise' willen sturen, naar bewonderaars, die zich wat vreemd gedragen.
Al eerder schreef ik, dat ik niet zo dol ben op 'grappige boeken'. De Dienstreizen vormen geen grappig boek. Hierbij zat ik echter hardop te lachen, wat maar zelden voorkomt. Ook kon ik het niet laten fragmenten voor te lezen aan de familie en ze te adviseren, toch vooral ook dit boek te lezen. Hoewel ik al eerder boeken van deze schrijver heb gelezen, kan ik me niet herinneren zo van zijn werk genoten te hebben.
Jaar van publicatie: 2011
Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam
Het is algemeen bekend: Maarten 't Hart houdt niet van reizen. Als je dan plotseling beroemd wordt in diverse verre buitenlanden, dan kan je er wel eens niet omheen. Hij doet verslag over de verschrikkingen, die daar voor hem aan vastzitten. Op zijn eigen, wat knorrige manier, die vaak heel geestig is. Met zo hier en daar een venijnige uithaal naar collega-schrijvers, naar uitgevers, die hem op 'Lesereise' willen sturen, naar bewonderaars, die zich wat vreemd gedragen.
Al eerder schreef ik, dat ik niet zo dol ben op 'grappige boeken'. De Dienstreizen vormen geen grappig boek. Hierbij zat ik echter hardop te lachen, wat maar zelden voorkomt. Ook kon ik het niet laten fragmenten voor te lezen aan de familie en ze te adviseren, toch vooral ook dit boek te lezen. Hoewel ik al eerder boeken van deze schrijver heb gelezen, kan ik me niet herinneren zo van zijn werk genoten te hebben.
Labels:
52 books,
biografie,
Maarten 't Hart
Abonneren op:
Posts (Atom)