Schrijver: Orhan Pahamuk
Jaar van publicatie: 2001
Vertaling: Margreet Dorleijn en Hanneke van der Heijden
Uitg. De Arbeiderspers
Oorspr. titel: Benimadim Kirmizi
Oorspr. uitg.: Iletisim Yayinlari, Istanbul, 1998
Al heel lang wilde ik iets lezen van de Turkse nobelprijswinnaar Pahamuk en nu moest het er dus maar eens van komen.
In de zestiende eeuw wil de sultan een boek laten illustreren door zijn beste miniaturisten en verluchters. Er ontstaat onenigheid over de werkwijze in de tekeningen: volgens enkelen werden teveel westerse methoden gebruikt. De jarenlange tradities werden zo overboord gezet. Dat is de eer te na van de traditionele en trotse tekenaars. Er valt een dode, een van de tekenaars.
Voor het maken van miniaturen in die tijd was geduld nodig, maar ook voor het lezen van dit boek was dat een vereiste. Het duurde even, voor je gewend was aan de stijl. Het was niet alleen een ode aan de miniatuurschilderkunst, maar ook aan de oude vertelkunst. Al heel snel wordt ook de 'verhalenverteller in het koffiehuis' voorgesteld. Hij verteld (ook alweer controversiële) verhalen, aan de hand van tekeningen.
Het boek is verdeeld in vele hoofdstukken, allemaal met 'iemand' anders als verteller. Die iemand kan ook een dode, een boom of een paard zijn. In de titel van het hoofdstuk stond, wie er aan het woord was. Alle hoofdstuktitels begonnen dan ook met 'Ik ben ...', 'Ik heet...', of 'Ze noemen me...' Vandaar ook de titel van het boek: Ik heet Karmozijn. Karmozijn was een belangrijke kleur voor de miniaturisten.
Langzaam maar zeker werd je het verhaal ingetrokken - het kostte later moeite om het boek weg te leggen. Het bleef raadselachtig tot het eind. Boeiend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten