Schrijver: Arnaldur Indridason
Jaar van deze publicatie: 2008 (Oorspr. uitg. in Nederland:2004)
Vertaling uit het IJslands door Paula Vermeyden
Uitg. Signature, Utrecht
Oorspr. titel: Grafarpögn
Uitg. Edda, Media and Publishing, Reykjavik
Na Noorderveen wilde ik toch meer van deze schrijver lezen, en dit was het vervolg in de serie rond inspecteur Erlandur. Ook nu had ik weer moeite met alle IJslandse namen, die in het verhaal voorkomen en die me blijven afleiden. Ik kan ze gewoon niet uit elkaar houden. Het ging wel beter dan bij het eerste boek, maar toch.
Het zijn ook niet alleen namen van mensen, maar ook van plaatsen, straten, enz.
Op een bouwplaats bij Reykjavik wordt een lijk gevonden. (Op een redelijk lugubere manier: tijdens het verjaarsfeestje van haar broertje zit een babymeisje op een botje te knagen. Het blijkt van menselijke herkomst te zijn) Is hier wel een moord gepleegd? Was het een ongeluk? Wie woonde er ooit op die plek?
De medewerkers van Erlandur zijn niet steeds al te overtuigd van de antwoorden op deze vragen en ook niet van de noodzaak het te behandelen als moordzaak.
Intussen ligt de dochter van Erlandur in coma in het ziekenhuis. Hij voert lange gesprekken met zijn bewusteloze dochter, wardoor de lezer hem beter leert kennen en begrijpen.
Vrij komisch was de beschrijving van de werkwijze van de te hulp geroepen archeologen: ze werkten wel heel nauwkeurig. En dus langzaam. Moeilijk voor de politiemensen om hun geduld te bewaren.
Steeds meer feiten komen aan het licht. De levens van de familie, die ooit op die berg woonden, worden beschreven als flashback. De moord zie je aankomen. Toch is het eind nog redelijk verrassend.
Ondanks mijn problemen met het IJslands toch wel een boeiende thriller.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten