woensdag 22 maart 2017

Boek 25: De grote Meaulnes/Le grand Meaulnes

Schrijver: Alain-Fournier
Jaar van publicatie: 2012
Uitg. Prometheus
Vert. Mario Molegraaf
Oorspr. titel: Le grand Meaulnes (Le livre de poche, 1913)
In Nederland eerder uitgegeven als Het grote Avontuur (Querido, Amsterdam, 1949)

Ruim 55 jaar geleden zat ik op een school, waar ook Franse lessen werden gegeven. Op een dag werd ik naar voren geroepen, en mij werd verteld, dat ik als beste leerling in die taal was genoemd en daarom een boek aangeboden kreeg van de Franse Ambassade. Voorin was inderdaad een kaartje geplakt, waarop ik werd gefeliciteerd met mijn prestaties. Omdat ik nogal verlegen was en omdat ik die prestaties niet zo bijzonder vond (het waaide me een beetje aan), was ik blij, toen ik met mijn boek weer op mijn plaats terug zat.
Het boek was Le Grand Meaulnes. Ik zette het op de boekenplank en het verhuisde altijd met me mee. Ik was van plan het te lezen, begon er ook een aantal keren in, maar zowel de taal als het onderwerp gingen me wat boven de pet. Ik kwam er eenvoudigweg niet door.
Toen we onlangs terugkwamen uit de bibliotheek zag ik, dat manlief de Nederlandse vertaling van De grote Meaulnes had meegenomen. Hij besloot het bij nader inzien toch niet te lezen en wilde het weer terugbrengen. Voor mij was het echter een uitgelezen kans om eindelijk te lezen, waarover het boek ging en het te vergelijken met mijn Franse versie.

In een paar dagen was het uit, ondanks het feit, dat ik heen en weer bleef bladeren tussen het Frans en het Nederlands. Ik bewonderde opnieuw de illustraties in mijn Franse versie, ik genoot van de goede Nederlandse vertaling. Nu begreep ik ook het Frans! Maar de situaties in het Franse dorp van eind negentiende eeuw (of zoals Fournier schrijft in 189...) waren mij zo onbekend, dat veel mij indertijd was ontgaan. Geen wonder, dat ik het toen niet begreep.

De verteller/ik-figuur is François Seurel. Hij is de zoon van een onderwijzersechtpaar. Het gezin Seurel woont in het schoolhuis. De dorpsjongens komen daar voor hun lessen en als ze die lang genoeg gevolgd hebben, kunnen ze onderwijzer worden.
Op een dag komt Augustin Meaulnes, vanwege zijn lengte al snel 'de Grote Meaulnes' genoemd, bij de familie Seurel inwonen en de lessen op de school volgen. De twee jongens raken bevriend. Maar op een dag verdwaalt Meaulnes. Hij komt op een feest terecht in een kasteeltje, ergens in de bossen. De feestgangers zijn allemaal kinderen. Het wordt gehouden ter ere van de zoon des huizes, die zijn verloofde komt voorstellen. Helaas komt daar niets van. Wel leert Meaulnes de zuster van de vermeende bruidegom kennen en wordt verliefd.
Terug op school kan hij haar niet vergeten, maar de weg terug naar het kasteel is voor hem niet meer te vinden. Hij is ontroostbaar en zijn lange zoektocht begint.
Ook Frantz, die zou gaan trouwen, maar zijn bruid verloor, is ontroostbaar. Hij verdwijnt, maar duikt als komediant op. Op dorpspleinen geeft hij samen met een maat voorstellingen met allerlei dieren en kunsten. Ook zijn ex-verloofde is onvindbaar en onbereikbaar voor hem.

Een coming-of-age verhaal van alle tijden. Het deed me denken aan de twee koningskinderen uit het middeleeuwse vers, die elkaar niet konden vinden: het water was veel te diep.
Een romantisch gegeven, over vriendschap en liefde, over beloften en het verbreken daarvan. En de gevolgen die dat dan weer heeft. Nog altijd boeiend om te lezen.
Daar heeft de vertaling ook zeker een goede invloed op gehad. De vertaler, Mario Molegraaf, was de partner van Hans Warren, een vurig bewonderaar van schrijver Alain-Fournier. Warren heeft zelf dit boek niet vertaald, maar vond de toen bestaande vertaling niet geweldig. Molegraaf heeft nu geprobeerd een betere vertaling te maken en is daar in mijn ogen goed in geslaagd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten