Jaar van publicatie: 2014
Uitg. Anthos, Amsterdam
Vert. Caecile de Hoog en Irving Pardoen
Oorspr. titel: Thursday's Children (Michael Joseph, London, 2014)
Deel 4 van Frieda Klein-serie
In dit vierde deel van de serie over Frieda Klein wordt iets meer bekend over het verleden van de hoofdpersoon. Frieda is altijd een wat geheimzinnig aandoende vrouw, die niets loslaat over haar eigen leven.
Nu komt haar jeugd in zekere zin naar haar toe, in de vorm van Maddy, die bij haar op school zat in het stadje waar Frieda opgroeide. Haar dochter Becky is helemaal in de war en Maddy vraagt Frieda eens met haar te praten en te zien, of ze professionele hulp nodig heeft.
Becky geeft aan verkracht te zijn. Ze heeft haar aanvaller niet gezien: hij was gemaskerd en verscheen in het donker in haar kamer. Niemand gelooft haar.
Frieda heeft precies hetzelfde meegemaakt en ook zij werd niet geloofd. Het moet dezelfde dader geweest zijn. Die dader moest zich bevinden in de groep, waar Frieda ooit mee optrok. Vrienden zou ze die nu niet meer noemen. Ze voelde en voelt zich nog steeds een buitenstaander.
Ze gaat op de bekende eigenzinnige manier op onderzoek uit.
De ontknoping vond ik niet erg bevredigend. Het wordt allemaal wel erg geheimzinnig en spooky.
Verder was het verhaal bijzonder spannend. Ook hier veel perspectiefwisselingen, verschillende personen, die dader konden zijn, bijkomende verhaallijnen (meer familieleden van Frieda krijgen een gezicht), en de vrienden van Frieda uit de vorige delen zijn allemaal weer aanwezig.
Een serie om verslaafd aan te raken. Er zijn er nog twee te gaan, voorlopig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten