Schrijver: Alain de Botton
Jaar van publicatie: 2012
Uitg. Pandora
Vert. Harry Pallemans
Oorspr. titel: Essays in Love (Macmillan, Londen, 1993)
De Volkskrant deed me deze zomer plezier door iedere zaterdag een column van Alain de Botton te publiceren. Al eerder las ik een paar van zijn boeken en kon die zeer waarderen om de toegankelijke stijl waarin hij schrijft en de manier, waarop hij nergens zweverig wordt, maar met beide voeten stevig op de grond blijft. Toch zet hij jou als lezer telkens wel op een verkeerd been: hij zet je aan het denken over je beweegredenen, over je ideeën, over je houding ten opzichte van mensen en dingen. Boeiend, maar geen snelle lectuur. Voortdurend denk je na over het gelezene.
Hier begint het al met de titel: Is proeven hier een werkwoord of een zelfstandig naamwoord? Of allebei? De hoofdpersoon, een architect, wordt tijdens een vliegreis verliefd op de vrouw die naast hem zit. Het hele proces wordt nu beschreven als een wetenschappelijke verhandeling, in hoofdstukken met wetenschappelijk aandoende titels en ieder weer onderverdeeld in genummerde alinea's. Hij beschrijft de opkomst van de liefde, het hoogtepunt ervan en de onvermijdelijke neergang, met tenslotte het verdriet dat volgt op het verdwijnen ervan.
Zijn conclusie is, dat 'hoezeer hij ook zijn best heeft gedaan om tot onwankelbare zekerheden te komen (met genummerde en in keurige rijtjes vastgelegde conclusies), analyse (van de liefde) nooit anders dan gebrekkig kon zijn - en zodoende altijd in de buurt van ironie zou blijven'
En die ironie vond ik nou juist zo prettig om te lezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten