maandag 19 oktober 2015

Boek 46: Je bent nooit alleen

Schrijver: Nicholas Sparks
Jaar van publicatie: 2004
Uitg. The House of Books
Vert. Ans van der Graaff
Oorspr. titel: The Guardian (Warner Books, New York, 2003)

Julie blijft alleen achter als haar man Jim overlijdt. Dan ontvangt ze een briefje van hem, en daarbij een pup. Jim wilde niet, dat Julie alleen zou zijn en heeft dit dier voor haar uitgezocht. Zo zou ze nooit alleen zijn. Bovendien belooft hij haar, dat hij vanuit het hiernamaals op haar zal passen en zal proberen ervoor te zorgen, dat ze gelukkig is.
De pup, Singer, groeit op tot een reusachtige hond, met menselijke trekjes. Hij begrijpt Julie wanneer ze tegen hem praat en weet zelfs wat ze wil, wanneer ze dat niet doet. Hij heeft een hekel aan de paar vriendjes, die Julie zo nu en dan heeft. Hij gromt en gedraagt zich jaloers.
Alleen Mike, de beste vriend van Jim, is welkom. Hij werkt bij zijn broer Henri in de plaatselijke garage en is verliefd op Julie. Hij durft daarvoor niet uit te komen, uit angst, dat hij daarmee hun vriendschap op het spel zet.
Als Julie Richard ontmoet, lijkt dat een perfecte kandidaat om verder mee te gaan. Hij is charmant, knap en behandelt haar als een prinses. Totdat hij een andere kant laat zien. Hij begint Julie te stalken. De titel van het boek krijgt plotseling een andere betekenis: Julie is nooit meer alleen, altijd wordt ze bespied.
Gelukkig zijn daar haar beschermengelen: Singer en Mike, en haar vrienden.
Sparks kan schrijven. Toch hadden sommige stukken wel wat korter gemogen naar mijn smaak. De uitkomst viel al van afstand te raden, maar het sudderde maar door.
Toch wel boeiend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten