Schrijver: James Patterson
Jaar van publicatie: 1998
Uitg. Little, Brown and Company
(Deze versie: New York: Warner Vision Books, 1999)
Vaak hoorde ik, dat de boeken van James Patterson zo spannend zouden zijn. Tot nu toe had ik nog nooit iets van hem gelezen, dus nu moest dat maar eens gebeuren, zodat ik voor mezelf kon beslissen, of alle lovende woorden terecht waren.
En ja: ik las het achter elkaar uit. Spannend, bijzonder, een beetje angstaanjagend. Het las vooral zo snel door de korte hoofdstukjes: je bleef denken: nog één hoofdstuk, dan stop ik met lezen. En dan is zo'n boek zomaar uit.
Dierenarts Frannie O'Neill woont alleen midden in de bossen en bergen van Colorado. Haar man is vermoord en daar lijdt ze onder. Dan komt Kit Harrison langs, voor haar een onbekende. Hij wil het huisje achter de dierenkliniek van Frannie huren. Hij is agent van de FBI, die al lange tijd onderzoek doet naar vreemde gebeurtenissen in Colorado. Zijn baas heeft hem van dit onderzoek afgehaald, omdat hij teveel zijn eigen gang ging. (En te dicht bij de waarheid kwam)
Frannie verdenkt hij van betrokkenheid bij de gebeurtenissen.
Frannie ziet in het bos iets vreemds: een meisje met vleugels, die daarmee ook kan vliegen. Ze vertelt erover aan Kit, met zoveel verbazing, dat hij gaat twijfelen aan haar betrokkenheid.
Max, het meisje, leert Frannie en Kit te vertrouwen. Zij helpt hen, de plek te vinden waar kinderen gemanipuleerd worden tot vogel-mensen. De artsen, die daarbij betrokken zijn, gaan letterlijk over lijken. Het kost Frannie en Kit veel moeite uit hun handen te blijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten