Schrijver: Elle Eggels
Jaar van publicatie: 1998
Uitg.: Vassallucci
Al heel lang was ik van plan dit boek te lezen, en nu ik eraan was begonnen, twijfelde ik, of ik dat al niet eerder ook gedaan had. Maar toch niet, denk ik. Ik had er wel over gelezen.
Emma vertelt haar verhaal. Ze is geboren als dochter van Martha, de oudste van zeven zusters. De ouders van deze zusters kwamen wonen in een klein dorp in Limburg. Niemand wist iets over ze: de ouders van beiden waren onbekend. In het gezin waren drie kinderen, allen dochters: Martha, Maria en Anne. Vader was bakkersknecht, maar toen de bakkerij in het dorp te koop kwam, kochten vader en moeder hem.
Drie kinderen vonden zij eigenlijk genoeg. De pastoor was het daar niet mee eens. Hij kwam dus eens 'praten'.
Er kwamen nog twee dochters, Christina en Vinzentia en tenslotte nog de tweeling Clara en Camilla. De geboorte van de tweeling werd de moeder fataal.
Martha, de oudste dochter nam de zorg voor het gezin op zich. Ook in de bakkerij verrichtte ze veel werk.
Niet genoeg om de vader zijn verdriet te laten vergeten. Vader vertrok met onbekende bestemming.
De zusters redden het met elkaar. De bakkerij wordt draaiende gehouden, de kleintjes groeien op.
Iedere zuster heeft haar eigen persoonlijkheid en haar eigen liefdes. Maar altijd weer keren ze terug naar de bakkerij. Veel geluk in de liefde hebben ze niet en buiten elkaar kunnen ze niet.
Omi maakt ook deel uit van de familie. Ze kwam ooit langs en zei dat ze de moeder van de vader van de zusters was. Ze sprak een zwaar dialect, werd eigenlijk niet goed verstaan en nauwelijks geloofd, maar toch werd ze in het gezin opgenomen. Toen Emma werd geboren, had ze veel aan omi, die haar verzorgde en op haar paste, tijdens het sokken breien.
Want omi breide sokken, 'altijd dezelfde en [ze] telde nooit in paren maar in stuks. Iedere sok die klaar was gooide ze in een mand. Pas als iemand nieuwe sokken nodig had werden er passende stellen gezocht - ondanks het gelijke aantal steken waren de sokken nooit hetzelfde.'
Omi wordt oud en dat wordt beschreven op een voor mij ontroerende manier, die ook met de sokken te maken heeft:
'...ze breide heftiger en keek nauwelijks op van haar werk. Ze fluisterde verhalen in het breigaren en liet steeds meer steken vallen. Haar breiwerk kreeg nooit meer de vorm van een sok.'
Het leven van de zusters en allen die met hen te maken hebben, wordt beschreven in mooi Nederlands en op een manier die mij erg boeide. Ik las het boek achter elkaar uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten