Schrijver: Dinah Jefferies
Jaar van publicatie: 2016
Uitg. Promeheus, Amsterdam
Vert. Erica van Rijsewijk en Bonella van Beusekom
Oorspr. titel: The tea planter's wife (Penguin Books, London, 2015)
De negentienjarige Gwendolyn Hooper reist naar Ceylon, om zich daar te voegen bij haar man Laurence, die theeplanter is. Ze vindt haar man echter afstandelijker dan in de tijd, die ze samen in Londen doorbrachten. Ze vraagt zich af, of dat komt door de aanwezigheid van de aantrekkelijke Christina, een Amerikaanse, die duidelijk meer voor Laurence is dan zomaar een vriendin. Of misschien ook door de aanwezigheid van zus Verity, die niet weg te krijgen is van de plantage en duidelijk jaloers is op Gwen.
De sfeer is vol geheimzinnigheid. Hoe is de eerste vrouw van Laurence, Caroline, aan haar eind gekomen? Wie is er begraven in het bos, op een verlaten, overwoekerde plek? Het is een kindergrafje, met de naam Thomas op de steen. Gwen komt er niet achter wat dit te beteken heeft.
Een Singalese man, Savi Ravasinghe, is vriendelijk voor haar en helpt haar bij haar aankomst in Ceylon. Laurence lijkt een hekel aan hem te hebben.
De afstand tussen de Engelsen en de inheemse bevolking is groot. Die bevolking is goed als huisbediende, of om thee te plukken, maar als Engels persoon ging je daar niet mee om.
Gwen kan het allemaal niet aanzien: ze probeert te helpen, wanneer ze iemand ziet, die ziek is, of hulp nodig heeft. Van diverse kanten wordt dat niet gewaardeerd. Ze wordt steeds ongelukkiger, hoe mooi ze het land, waarin ze leeft, ook vindt.
Dan wordt ze zwanger en de problemen stapelen zich nog meer op.
De dilemma's waarvoor ze komt te staan zijn bijna onmenselijk.
Prachtig boek, goed geschreven. Jammer, dat ook nu weer de autocorrectie bij de uitgave niet alle teveel gebruikte of weggelaten woorden heeft gevonden. Dat maakte het lezen weer net wat onplezieriger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten